woensdag 30 juni 2010

Vrouwelijke beroepsnamen verdwijnen

Stel, ik ben pas ontwaakt uit een coma van een jaar of tien en ik sla de krant op. Dan zou ik me al snel gaan afvragen waar toch al die vrouwen gebleven zijn. De schrijfster, directrice, rectrix of mentrix? Ze komen niet meer voor in Nederland. Ik lees schrijver Yvonne Kroonenburg schaduwt Alexander Pechtold (1) en vraag me af zij zich heeft laten ombouwen. Ik zie dat Aletta, ook bekend als De Vrouwenbibliotheek, een nieuwe directeur heeft in de persoon van Saskia Wieringa (2). "Saskia?", denk ik dan, "dat is toch een meisjenaam, een bijbelse meisjesnaam zelfs? Toch niet zowel jongens- als meisjesnaam, zoals Sascha of Marijn?" Verwarring alom.

Dus dan zoek je het op. In het Stijlboek NRC Handelsblad lees ik dat rectrix mag indien de persoon in kwestie dat zo wenst. Je ziet het voor je:
- Hee, Dymph van den Boom is benoemd tot rector magnificus.
- Dymph? Is dat een hij of een zij?
- Een zij, volgens mij. Ja klopt, een zij.
- O. Bel even of ze rector of rectrix genoemd wil worden?
- Dat wordt rectrix magnifica, dan?
- Doe toch maar even. De enige andere vrouwelijke rector magnificus is van de Universiteit voor Humanistiek en dat is mevrouw Prof. Dr. Hans Alma.

In het Stijlboek verder geen woord over schrijfster of directrice. Birgit Donker trad af als hoofdredacteur, dat wel. Alsof redactrices alleen voor de Opzij of de Libelle werken.

Het Genootschap Onze Taal somt drie tendensen onder taalgebruikers op. Die taalgebruikers doen het niet snel fout, bij het Genootschap; het is de meest redelijke leraar Nederlands die men zich denken kan. Daar staat tegenover dat je het predikaat foutloos ook niet makkelijk haalt, bij hem.

Er is een groep die consequent geslachtelijk is. Welnu, met violiste, redactrice en tramconductrice heb ik geen moeite, maar buschauffeuse wordt al studentikoos en directrice heeft een hardnekkige connotatie met kostscholen. En zou Femke Halsema de heer Balkenende opvolgen, werd zij dan première?

Een andere groep vermijdt het probleem, dus bezigt verpleegkundige en leerkracht, maar komt dan in de problemen met timmerman, aldus het Genootschap. Dit geeft laf taalgebruik. Er mankeert niets aan de groentevrouw bij ons in het dorp en bij Jan, Jans en de Kinderen kwam er al twintig jaar geleden een kordate dame met een shaggie en een gereedschapskist aan de deur die zich meldde als de timmer.

De derde groep "is zo neutraal mogelijk en dat komt neer op de mannelijke term. Deze tendens is gemeengoed geworden", aldus het Genootschap. Het Genootschap geeft geen waarde-oordeel.

Loket Diversen doet dat wel. Het is een taalverarming! Die moet bestreden worden en tegengegaan! Want nieuwe woorden zijn best chill of cool, maar is dat een reden om oude woorden te laten verkommeren of weg te gooien? Neen, neen, en nog eens neen!

En hoezo is de mannelijke term de meest neutrale? Dat impliceert dat de vrouwelijke term niet neutraal is, waaruit volgt dat secretaresse altijd een vrouwenberoep zal blijven. Tijd voor een feministisch golfje, vinden wij. En niet alleen om deze reden, maar daarover later wellicht meer.

Tenslotte: over timmerman gesproken, wil iedereen die kinderen op de PABO heeft daaraan mededelen dat het niet timmermannen maar timmerlieden of timmerlui zijn, en evenzo brandweerlieden of -lui? Dank u. Want anders zijn die woorden over vijf jaar uitgestorven.
bronnen:
1. NRC Handelsblad 25 mei 2010, voorpagina.
2. Vrij Nederland, 18 augustus 2009

zaterdag 26 juni 2010

70s Photography & Everyday Life / Tom Waits fan

Hieronder ziet u de kunstpagina van NRC Handelsblad afgelopen donderdag. Het artikel bespreekt de tentoonstelling 70s Photography and Everyday Life in het Nederlands Fotomuseum.



De foto rechts kende ik al jaren, van het CD-hoesje links: Rain Dogs van Tom Waits, uit 1985. De foto blijkt van de Deen Anders Petersen die drie jaar elke avond zwolg in Café Lehmitz aan de Reeperbahn in Hamburg. U weet wel, de tippel- en uitgaanszone waar de Beatles hebben leren spelen voordat ze beroemd werden. Waits zelf bezong de Reeperbahn expliciet op de CD Alice in 2002.

De foto voor het hoesje is precies zo uitgesneden dat verhuld blijft hoe vals de vrouw eigenlijk lacht. Op het origineel zie je dat nu wel. De man aan haar boezem lijkt op Waits, maar, weet ik nu zeker, het is hem niet.

Kleine wereld?

maandag 21 juni 2010

Theo Jansen presenteert nieuw strandbeest

Theo Jansen, tweede van rechts, bij de Animaris Siamesis

Kunstenaar Theo Jansen gaf 18 juni een try-out van zijn nieuwe strandbeest, de Animaris Siamesis. Uw reporter was erbij.

De Animaris Siamesis bestaat in feite uit twee strandbeesten die elkaar overeind houden. De clou van de Siamesis is dan ook dat hij niet omwaait. (Meer informatie over de Strandbeesten vindt u op uiteraard op www.strandbeest.com en in onze bespreking van de lezing die Theo Jansen hield in maart.)

honderden gewrichtjes

Voordat de Siamesis tot leven kon komen waren er nog wat reparaties nodig en moesten bovendien alle gewrichten van zijn poten worden gesmeerd. uw reporter in de weer met smeermiddelDat zijn honderden gewrichtjes, dus de kunstenaar recruteerde hiervoor vier vrijwilligers uit het publiek - waaronder uw reporter. Met hooguit vijftig toeschouwers was deze performance overigens geen grote publiekstrekker. Wel was er een vijftal dat speciaal uit Zuid-Duitsland was gekomen om de Siamesis in het echt te zien.

shake shake shake

Toen de Siamesis was gesmeerd moest hij al schuddend – “nu gaan we shaken, dames en heren” - van het mulle zand naar het harde zand worden gedragen, waarvoor de ploeg vrijwilligers werd uitgebreid tot 12 man. Daar werd dan eerst de maag, die bestaat uit spaflessen, door de wappervleugels gevuld met windenergie. Vervolgens mocht de Siamesis een eindje los lopen, waarbij het publiek diende als levend windscherm tegen de stijve bries. Mijn overbuurman bij het shaken, blijkbaar ook een trouwe fan, zei dat het jammer was dat het zo hard waaide, want met een matig windje stappen de Animari heel mooi en beheerst zonder enige bescherming over het strand.

Het filmpje hieronder geeft een korte impressie van de hele happening.

natuurkrachten

Was ik bij de lezing in maart al meer dan geïnteresseerd geraakt, dat ik er nu met mijn neus bovenop kon staan was een waar feestje. De animari zitten solide in elkaar, zag ik. Maar met natuurkracht valt nu eenmaal niet te spotten en dat bleek ook bij de eerste proef met de wappervleugels. Het doek tussen het geraamte van de vleugels is met opzet verstelbaar want als dat doek te wijd uitstaat vangt het teveel wind. Dat gebeurde ook en daardoor schoten een paar stangen los van de krukas (die de pompen aandrijft waarmee de maag wordt gevuld met windkracht – if you must know). Dat losschieten gaat relatief gemakkelijk, opdat die krukas zelf niet kapot gaat. Die stangen zet je dus ook zonder veel moeite weer op hun plaats. Resilience heet dat, het vermogen om schade op te vangen en eenvoudig herstel mogelijk te maken. Het is een term die je nog wel eens hoort in kringen van technische ontwerpers of in de context van moeder natuur en olierampen, maar vrijwel nooit in verband met kunst.

eeuwige roem

Tijdens de lezing in maart vertelde Theo Jansen dat zijn loopmechaniek wordt nagemaakt door anderen, die er dan een filmpje van op YouTube zetten. Ik vroeg hem wat hij daarvan vindt. “Hartstikke leuk”, luidde het antwoord. “De meesten respecteren het intellectueel eigendom, ze zetten mijn naam erbij, dus het draagt uiteindelijk bij aan de onsterfelijke roem. En dat is in feite ook de bedoeling”. Hij zei het met pretlichtjes in zijn ogen.

Ik maak hieruit op dat Het Werk waar Theo Jansen al twintig jaar mee bezig is, in grote lijnen volgens plan verloopt.

Dit is de achtste aflevering in een serie over Kinetische Kunst. De overige afleveringen vind u hier

vrijdag 4 juni 2010

Wereldwandelaar slaat andere richting in

De bekende wandelaar, de heer L. O. Dudok de Wit, toont heden, dat hij op zijn 61-jarigen leeftijd nog zijn ouden roem als wereldwandelaar weet te handhaven. Gisterochtend om vier uur begon hij, volgens het Hsbl., zijn 50e wandeling van Breukelen naar Baarn.

Voor de eerste maal deed hij die wandeling op 2 Juli 1889 en hij herhaalde dien tocht geregeld een of meer keeren per jaar om te Baarn zijn familie te bezoeken.

De 50e tocht naar Baarn wordt in huiselijken kring aldaar heden eenigszins feestelijk gevierd, te meer omdat het 's heeren Dudok de Wit's laatste wandeling naar Baarn is. Hij is namelijk voornemens een andere richting voor zijn verdere wandelingen te kiezen.

De liefhebbers der wandelsport zullen zeker met vreugde vernemen, dat hun „voorganger" nog steeds ferm het voorbeeld geeft.

Bron: Rotterdamsch Nieuwsblad, woensdag 16 november 1904, via http://kranten.kb.nl, de grootste, gratis toegankelijke online krantenbank met gedigitaliseerde kranten uit de periode 1618 tot 1995.