donderdag 21 oktober 2010

Mannen

"Hij had thuis die volslagen blindheid, die zoo dikwijls hebben mannen, zeer kundig en bekwaam in betrekking en werkkring, gewend scherp om te blikken in het wijde perspectief van hun arbeidsveld, maar bijziende thuis; gewoon te analyzeeren de massa der dingen, en niet de détails van een ziel; wier menschenkennis is gebazeerd op principe, en die de menschen in types verdeelen, als met een rolverdeeling in een ouderwetsch tooneelspel; die dadelijk doorgronden de arbeidsgeschiktheid hunner ondergeschikten, maar wie zelfs nooit aanzweemt iets van het in elkaâr geslingerd complexe, als verwarde arabesken, als verwilderde ranken van het zielsingewikkelde hunner huisgenooten, steeds blikkende over hun hoofden heen, steeds denkende over hun woorden heen, en zonder belang voor al het veeltintige, van emotie en haat en nijd en leven en liefde, dat regenboogt, vlak voor hun oog."

Tot zover Louis Couperus. Terug naar de studio in Hilversum (bij Bussum).

Bron: Louis Couperus, De stille kracht (1900); foto: DBNL

2 opmerkingen:

  1. Nounou, poepoe. Nog een bepaald individu in gedachten, hierbij? Sjongejonge. Nounou.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Welnee. De scherpe formulering sprak me aan. Louis heeft het aardig in de smiezen, toch? Ken je iemand die zich aangesproken zou kunnen voelen dan?

    BeantwoordenVerwijderen