Ik kan me vergissen, maar ik heb de indruk dat besluitvorming in de biebwereld polderend tot stand komt. Traag als een paardenploeg door vette klei. Hoe fnuikend kan democratisering uitpakken? Wie zitting heeft in beleidscommissies en stuurgroepen, wordt die geselecteerd op verstand van zaken en bewezen merites? Soms wel, weet ik. Maar lang niet altijd, weet ik ook. Hoe lang moet het duren voordat een besluit tot stand komt? En is het dan nog een goed besluit?
De OB naast Amsterdam CS heeft prima accomodatie voor ADHD-patiëntjes. Modebewuste hangjeugd (gezichtsbeharing, fiftiesbrillen en koddige wollen petjes op) vergelijkt er elkaars iPhones en Macbooks. Je kunt er lekker eten en drinken. Maar door al die horeca zie je de boeken niet meer.
De OB in Utrecht lijdt, toegegeven, onder achterstallig onderhoud, maar ik kom er graag. Vanwege de boeken, maar ook vanwege het uitzicht op de Dom en de Utrechtse binnenstad. Ik vind het een prettig gebouw. Volgens deskundigen, echter, kan dit gebouw 'echt niet meer'. Inderdaad, dat klinkt precies als je moeder die commentaar geeft op een lekkere broek waar een winkelhaakje in gekomen is. De verhuizing van de OB naar een spiegelpaleis nabij Hoog Sjaggerijne is gelukkig even van de baan, maar reden om de beslissers te vertrouwen zie ik niet.
De hoofdzaak lijkt ze niet duidelijk te zijn. De Koninklijke snapt het wel, die werkt samen met Google om de collectie te digitaliseren. De Openbare blijft steken in navelgestaar en verwarring, althans zo lijkt het als je de verwoed bloggende biebologen leest.
Terwijl het zo simpel is: ik wil in de bibliotheek boeken kunnen vinden en ik wil de tijd krijgen om ze te lezen. Maar zo werkt het niet.
Vier waar gebeurde gevallen
(1) Ik zocht boek X. Dat heeft de openbare, maar het is uitgeleend, dus ik reserveer. Na enige maanden wachten is het mijn beurt. Het is een pil van 400 pagina's waar ik rustig de tijd voor wil nemen, maar dat gaat niet. Het is een populair boek, er zijn nog 12 wachtenden na mij, ik moet het halverwege inleveren en weer achteraan aansluiten. Amazon levert het nieuw, voor 6 euro inclusief verzendkosten. Waarom koopt de OB er niet een paar extra? Ik heb het zelf maar gekocht.
(2) Ik zocht boek Y. Dat heeft de openbare niet, maar voor vijf euro behandelingskosten kan ik laten zoeken in alle aangesloten bibliotheken. De Universiteitsbieb van Amsterdam heeft het en een paar dagen later kan ik het ophalen. So far so good. Het is geen populair boek, ik kan het verlengen. Eén keer, daarna niet meer. Amazon heeft datzelfde boek voor 3,99 euro inclusief verzendkosten. Dat was goedkoper geweest, maar ik hoef het boek niet te hebben, weet ik nu. Deze wijsheid kostte me 5 euro.
(3) Ik zocht boek Z, al jaren. De Koninklijke heeft het, maar ik kom daar niet vaak genoeg in de buurt. (Waarom Openbare en Koninklijke niet wat nauwer samenwerken weet ik niet, vermoedelijk heeft het iets te maken met geld en bestuurlijke aderverkalking.) Het aantal malen dat ik de titel heb ingetikt in de diverse catalogi bij mij in de buurt is niet te tellen. Ik vond het uiteindelijk, voor een schappelijke prijs, op boekwinkeltjes.nl.
(4) Om mijn steentje bij te dragen heb ik het meest luxe biebabonnement dat er is. Toen ik mijn materiaal een paar dagen te laat inleverde bleek dat de boetes komkommersjeel waren herzien. Een tientje, voor vier dingen. Had ik dat geweten, dan was ik wel eerder gekomen. Waarom word ik daarmee overvallen? En waarom omvat dat luxe-abonnement geen rappelservice? Die mails gaan er volautomatisch uit, dat kost niets. Thomas aan de balie kreunde van ellende onder mijn protest. Hij kan er immers ook niks aan doen. We schikten. Voor 7,50 word ik nu een jaar herinnerd.
Moraal en conclusie: het bedrijfsleven levert wat de klant vraagt en dankzij internet wordt het gevonden. De OB daarentegen probeert krampachtig nieuwe klanten binnen te halen en drijft vaste klanten ongemerkt de deur uit.
En zo graaft de Openbare Bibliotheek haar eigen graf. Het is geen halszaak, er vallen geen dooien. Maar ik vind het wel heel erg.
In Der Himmel über Berlin komen twee engelen voor, onzichtbaar voor stervelingen. Ze kunnen gedachten lezen. Ze komen graag in de bieb, omdat daar van die mooie gedachten te lezen zijn. Wij zijn geen engelen, maar herkent u de sfeer, de motivatie? Ik wel.
Ik hou van plekken waar mensen boeken lezen. Die plekken moet je niet uitdossen als uitgaansgelegendheid. Het gaat om de boeken. Zorg dat die tot hun recht komen. Niet meer, niet minder.