maandag 7 maart 2011

Boekbespreking: hoe verandert internet je manier van denken?

Zet 100 briljante geesten bij elkaar in een ruimte om te praten over de vragen die henzelf bezighouden. Een goed idee, maar hoe groter het aantal deelnemers, hoe moeilijker uitvoerbaar. Is de ruimte cyberspace, dan heb je zoiets als Edge.org, waar een breed scala aan wetenschappers, kunstenaars en zakenlieden met elkaar in debat kan. Oprichter John Brockman stelt elk jaar een vraag, de knappe koppen schrijven een antwoord. De vraag van 2010 was: hoe verandert internet je manier van denken? Alle 171 antwoorden staan online en er zijn er 151 tot boek gebundeld, waarvan in januari de Nederlandse vertaling verscheen.

Wat verwacht je van 151 hoogintelligente mensen? Hun antwoorden zijn scherp, intrigerend, wijs, vaag, ontwijkend, hilarisch, warrig, wanhopig, flauw, grappig, en zo voort. Het is onmogelijk samen te vatten, maar er zijn wel thema’s te ontdekken.

Hoe synapsen vuren verandert niet

De geestes- en neurowetenschappers vormen met 43 bijdragen de grootste groep. Met zowaar, voorzichtig, enige consensus. Van taxichauffeurs in Londen staat vast dat bepaalde delen van hun hersenen groeien naarmate ze het stratenplan van Londen beter beheersen. Primaten die een takje gebruiken als gereedschap, ervaren dat takje als een verlengstuk van zichzelf. Het gebruik van internet brengt soortgelijke veranderingen in onze hersenen teweeg; zo zitten wij in elkaar. Maar de manier waarop mensen denken verandert niet wezenlijk.

Power to all the people?

Het merendeel van de antwoorden is gematigd tot laaiend enthousiast. In den beginne was er het woord, toen het schrift, daarna de boekdrukkunst en nu internet. In die ordegrootte moet je de doorbraak zien. Nog niet eerder konden we zo gemakkelijk bij zoveel reuzen tegelijk op de schouders staan. Vloeiender dan ooit kunnen geestverwanten dwars door lands- en taalgrenzen met elkaar samenwerken en dat geeft een ongekende stimulans aan wetenschappelijke en maatschappelijke ontwikkelingen.
Internet faciliteert vrije informatie-uitwisseling. Veel meer mensen hebben toegang tot veel meer kennis en kennis is macht. Maar er is ook teleurstelling. Regimes kunnen landelijk het internet platleggen of misbruiken voor propaganda, constateert muzikant/producer/kunstenaar Brian Eno.

Verbrokkeld denkraam

De een klaagt dat hij overal aan twijfelt nu het zo makkelijk is om alles op te zoeken. Een ander stelt juist dat mensen door de snelheid van de informatie voorbarige conclusies trekken. Een volgende roemt het zelfreinigende vermogen van informatie zoals je dat in werking ziet op Wikipedia. Het is allemaal herkenbaar.
De vooruitgang heeft een prijs: internet versnippert ons denken. Wie geen afstand neemt van de interruptiemachine wordt een flardenjunkie, onmachtig om een probleem op te lossen als Google, Twitter en Facebook het antwoord schuldig blijven. Commentator Evgeny Morozov signaleert de opkomst van een cyber-lompenproletariaat: de doorsnee-internetgebruikers die zich laten manipuleren door de commercie.

Waarom een boek?

Alle bijdragen staan ook online. In een bepaald geval heeft dat duidelijk meerwaarde: de hilarische bijdrage van Harvardprofessor George Church is welgeteld 16 zinnen, gelardeerd met 62 hyperlinks die het aanklikken best waard zijn. Op papier is dit niet meer dan een wat zweverig stukje met merkwaardig veel onderstreepte tekst.

Doelgroepdenken

Voor wie graag kriskras door een boek heen hopt is dit ideale materie. Wie daarentegen liever lineair van kaft tot kaft leest zal er minder blij mee zijn. Het is een gefragmenteerd boek. Soms stopt het betoog net als het interessant begint te worden. Jammer is ook dat interactie tussen de auteurs ontbreekt. De knappe koppen toetsen hun gedachten niet aan elkaar, ze steken monoloogjes af.
En de variatie is eindig. Er zijn veel minder dan 151 verschillende antwoorden op de vraag. Dus lees je regelmatig iets dat je al eerder gezien hebt, alleen anders geformuleerd. Dat wordt saai. Maar een volgend hoofdstuk kan dan plotseling weer heel fris zijn. Of niet. Brockman verschaft de zeepkist, maar redigeert noch regisseert. Het resultaat is een boek waar geen lijn in valt te ontdekken. Het blijven fragmentjes.

Noot van een vertaler

Een probleem van de Nederlandse uitgave is de vertaling. Herhaaldelijk blijft het oog haken achter kreupel Nederlands of veel te letterlijk vertaald Amerikaans. Dat ligt niet aan de vertaler: er zijn namelijk ook veel bijdragen waar niets op aan te merken is. Het probleem is dat niet iedere wetenschapper ook een goed schrijver is. Vrij vertalen of herschrijven is dan de oplossing, maar dat kost extra tijd - ik spreek uit ervaring - en die wordt niet betaald: vertalers doen het voor een vast bedragje per woord.

Conclusie

Een kwart van dit boek behoort tot uw algemene ontwikkeling. Een kwart is interessant. De rest is herhaling, soms leuk. Alles staat online. Need I say more?

John Brockman (red), Hoe verandert internet je manier van denken? vertaald uit het Amerikaans door Tijmen Roozenboom, Maven Publishing i.s.m. Bright.nl, 415 pagina's.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten