zaterdag 29 maart 2008

NarcoState of the Art – drugs en Jazz

Saxofonist Charlie Parker wordt alom erkend als een van de grootste muziekvernieuwers van de vorige eeuw. Conservatoria doceren nog steeds zijn gebruik van harmonieën, zijn frasering, kortom alles wat hij heeft nagelaten is lesstof voor vele generaties na hem. Hij was ook een volstrekt onhandelbare heroïnejunkie. Verpatste alles wat los en vast zat om aan dope te komen, inclusief zijn sax. En Charlie Parker was de enige niet, er is opvallend veel heroïnegebruik verweven met de geschiedenis van de jazz, meer dan met andere vormen van kunst. Hoe zou dat toch komen?

Wat Jazz anders maakt dan andere kunst is improvisatie. Dichters en schrijvers kunnen schrappen en aantekeningen maken in de kantlijn, schilders kunnen mislukte delen overschilderen, maar een jazzmuzikant moet instant, ter plekke, zijn kunstwerk scheppen en een foute noot kan niet overnieuw. Michiel Borstlap legde het onlangs uit aan Pauw en Witteman: de Kunst (met grote K) is om een muzikaal idee dat in je hoofd ontstaat, meteen tot klinken te brengen. Je moet al je remmingen loslaten maar wel je instrument blijven beheersen. Dat is heel moeilijk. Daarom trekken jazzcats in actie ook zo vaak een smoel alsof ze een harde drol eruit aan ’t persen zijn. Daarom is het ook zo vaak niet te volgen, wat ze spelen.

Maar leve de wetenschap: onderzoekers hebben improviserende muzikanten met hun hersens in een MRI-scanner gestopt. Goed plan! Er zijn twee dingen waargenomen. Ten eerste neemt activiteit af in de dorsolaterale prefontale cortex (PFC). Dat gebied is voor zorgvuldig plannen en zelfcensuur, is actief bij bijvoorbeeld een sollicitatiegesprek. Ten tweede neemt activiteit juist toe in het PFC-gedeelte voor zelfexpressie en individualiteit, zoals wanneer je een verhaal over jezelf vertelt. Jazzmusici in actie laten dus remmingen los en geven een persoonlijke impressie ten beste. Dat klopt ook: met een beetje oefening kun je muzikanten herkennen aan hun spel. Zij klinken als zichzelf. En niet alleen jazzmuzikanten, trouwens.

Naar aanleiding van dat onderzoek werd her en der gespeculeerd: het zou toch prachtig wezen als heroïne precies op diezelfde gedeeltes van de hersenen datzelfde effect heeft? Dan zou je meteen verklaard hebben waarom jazzcats zo makkelijk aan de spuit raken. Ik ging op onderzoek uit.

Het is jammer, maar die conclusie valt niet te trekken. De PFC controleert namelijk àlle motorische acties, dus niet alleen muziek maken maar ook lopen, praten, typen, lezen, noem maar op. Bij een verslaafde vermindert weliswaar ook wel de activiteit in de dorsolaterale PFC, maar de bijbehorende ontremming en afgenomen zelfcensuur zorgen dat de junk een nieuwe dosis gaat halen, niet dat hij spontaan de sterren van de hemel improviseert.

Heroïne prikkelt de hypothalamus, het “beloningscentrum” in de hersenen, en dat is gewoon heel erg lekker. Een laboratoriumrat die zijn eigen hypothalamus met een druk op een knop een prikkel kon geven, was acuut hevig verslaafd aan knopje drukken. Het beest vergat te eten. Net als die voddenbalen in de buurt van het station.

Zolang geen onderzoeker een busje versgespoten heroïnejunks door een MRI scanner haalt blijft het in enige mate onzeker, maar het verband tussen jazz en heroïne is hoogstwaarschijnlijk niets meer of minder dan dat: het geeft totale euforie. Wynton Marsalis verklaarde het in de tv-serie The History of Jazz van Ken Burns: wanneer je muziek, je improvisatie, je expressie, wanneer dat lukt, dan geeft dat een ongekende high. En, zei Marsalis, met die dope kun je dat gevoel kunstmatig handhaven.

Lekker spul dus, maar gevaarlijk. Is het daarom, die war on drugs?

Wordt vervolgd.
Bron: Biologie en Criminologie, Justitiële Verkenningen jrg 32 nr 8, 2006, p 65 e.v.

zondag 23 maart 2008

Hugo Claus, Guy Verhofstadt & JP de Premier

Vorige week overleed het Belgische literaire kanon Hugo Claus, waardoor de Nederlandstalige literatuur nu nog maar een kandidaat overheeft om jaarlijks de Nobelprijs voor de Literatuur niet te krijgen. Die zat dan ook aan tafel bij Pauw & Witteman, die hem vroegen naar de concurrentie tussen hem en Claus. Mulisch: “Het voordeel is dat ik leef.” Een aardig bon mot.

Veel interessanter in de berichtgeving rond Claus’ overlijden vond ik echter de hommage aan Claus van Guy Verhofstadt, op dat moment nog premier van België. Een paar citaten: “Maar bijna niet meer in staat zijn woorden tot heldere frasen te kneden, de gepaste uitdrukkingen en metaforen te creëren, iets wat hem verdomme meer dan zestig jaar geen moeite had gekost, dat was - denk ik - een onontkoombare en ondraaglijke kwelling geworden. (…) Want hij is als een grote gloeiende ster van ons heen gegaan, precies op tijd, precies vooraleer hij tot een plomp zwart gat zou zijn ineengeklapt. Het ga je goed in de nieuwe wereld, ‘in de schoot van de lieve dood’."

Asjeblieft. Stel: onze grootste schrijver ontvalt ons, laten we zeggen Mulisch (de meningen over zijn statuur zijn uiteraard verdeeld, maar goed). Acht iemand het mogelijk dat onze premier dan in de pen klimt en zich in gloedvolle bewoordingen als die van Verhofstadt over de overledene uitlaat?

Een retorische vraag, natuurlijk. Balkenende houdt zich in zijn vrije tijd met heel andere zaken bezig dan literatuur. Onlangs bood hij zijn volk weer een interessant kijkje in zijn zielenleven met een optreden in het televisieprogramma Hour of Power, van de gelikte Amerikaanse tv-dominee (ja, ik weet het, dat is een pleonasme) Robert Schuller. In het Nederlandse gedeelte van de show zei de premier tegen good old EO anchorman Jan van den Bosch: “Zonder het geloof kun je niet functioneren. Dat hoef ik de kijkers van Hour of Power natuurlijk niet duidelijk te maken.” Die uitspraak kwam Balkenende op Kamervragen te staan. Kwetste hij, als minister-president voor alle Nederlanders, met dergelijke uitspraken niet de Nederlanders die niet gelovig zijn?

Je hoort wel eens zeggen dat ieder volk de leider krijgt die het verdient. Dan ga je je toch afvragen wat wij Nederlanders misdaan hebben met zo’n geborneerde oelewapper aan het roer. Guy Verhofstadt heeft inmiddels geen werk meer. Ik stel voor hem een versnelde naturalisatieprocedure te laten doorlopen. We zouden er een prima premier aan hebben, denk ik. Eentje die nog wel eens boek leest en die zijn privémeningen over andermans functioneren in relatie tot diens ongelovigheid voor zich houdt.

zaterdag 22 maart 2008

Narcostaatkundig Gereformeerd

Wereldpolitieagent USA heeft filialen geopend in Den Haag en Helmond, van waaruit haar agenten onze bestanden kunnen doorspitten op zoek naar belastend materiaal in de war on drugs. Dat veroorzaakt – terecht - hier en daar de nodige opwinding.

Amerika is als sinds 1945 overal om ons heen, maar het politioneel kolonialisme was nog nooit zo penetrant, en ongehoord is ook de ijver van onze regering om de Amerikanen van dienst te zijn. Is dat de afgesproken prijs die J.P. moest betalen voor het baantje van Jaap de H.S., dat hij het volk moet laten bespioneren door George en zijn bende legale topcriminelen?

Pers en vooral bloggers zijn bezig om boven water te krijgen wat die drugsunits in Helmond en Den Haag precies allemaal doorspitten. Wat en hoe groot het eigenlijke drugsprobleem in feite is, dus wat de Amerikaanse bevolking jaarlijks naar binnen werkt aan cocaïne, XTC en heroïne en hoe zich dat verhoudt tot de drugsconsumptie over de gehele wereld, we kunnen het binnenkort verwachten op een overzichtelijk wereldkaartje met staafdiagrammetjes in de NRC. Waar dan ook bijstaat wat de Afghaanse papaverteelt mondiaal precies voorstelt, en wat de aanwezigheid van Onze Jongens aldaar ermee te maken heeft. De papaveroogst begint in elk geval weer, lees ik vandaag. En de Afghaanse drugsmafia wordt gesteund door de Taliban. Gezien de aantrekkelijke marges in de heroïnehandel zal de Taliban dat niet geheel belangeloos doen. Maar dit terzijde.

Hoe zat het ook alweer met ons dierbare gedoogbeleid? Het idee was: sta softdrugs toe, geef de detailhandel zelf de verantwoording om harddrugs verre van de toonbank te houden, maar controleer die verantwoording streng. Dan kunnen de kids en de oudere jongeren hun blowtje roken maar houd je ze buiten het criminele circuit. Dat was het idee. En dat idee heeft vorm gekregen onder verantwoording van, jawel, toenmalig CDA-minister van justitie, Dries van Agt.

Watskeburt? XTC werd een fenomenaal succesvol exportproduct. Trots op Nederland zijn we, met ’s werelds grootste doorvoerhaven in Rotterdam en Schiphol de Gateway to Europe, waar bolletjesslikkers afgaan op een plee met speciale afvoer (ballroom, heet die plee). Nederland Transportland, drug traffic hub van mondiale importantie!
Terwijl de koffieshops de overlast aan de voordeur binnen de perken hielden kon oom agent even een dutje gaan doen. En toen is er langs de achterdeur een infrastructuur ontstaan waar miljarden in omgaan. Het is een verleidelijke conclusie, en een sexy one-liner. Maar is het waar?

Het gedoogbeleid staat in elk geval wel op de tocht. Het huidige CDA wil geen koffieshops bij scholen. Maar alleen de allerstoerste, allerdomste jongens van de klas blowen in de pauze - als ze tenminste niet spijbelen. Dat blijft een kleine maar wel opvallende minderheid, waar thuis aan tafel over gepraat wordt. Het CDA buit dat uit. Dominees als zij zijn, doen ze wat dominees behoren te doen: zij stellen gerust. Het CDA wil koffieshops bij scholen weg omdat ze daarmee de massa bange brave burgers onder haar vleugels veegt. Het is stroop om de mond van kiezers, en niet meer. Laat u niet bedotten.

Die Amerikanen zitten hier niet in onze bestanden te wroeten omdat Roderick en Jason knetterstoned bij wiskunde verschenen. Maar waarom dan wel? Waarom wel een war on drugs, maar geen war on alcohol? Waarom wel een war on terrorism, maar geen war on guns, waarom geen path to peace of een fight for education? Het korte antwoord is zoals gewoonlijk: het gaat alleen maar om geld. Maar dat is niet de hele waarheid.

Wordt vervolgd.

dinsdag 18 maart 2008

"Nonews badnews.

Unnews goodnews. otherwise upstick pay asswise." Dat schreef de redactie van de Times in een telegram aan Afrika-correspondent Evelyn Waugh. Kopij van zijn kant bleef uit, hij had geprobeerd dat te rechtvaardigen met de mededeling dat er nu eenmaal geen nieuws was om over te schrijven. Maakt niet uit, je verzint maar wat, vond de redactie.

Werkt het ook zo met een blog? De titel van dit blog is veranderd. De nieuwe vlag dekt de lading beter, vind ik. Meer nieuws is er eigenlijk niet. Of nee, toch wel:

Het stripje over de ooievaars Harry en Ophelia heeft zijn laatste aflevering gezien. U moet van onderaf lezen voor de continuïteit in dat verhaal. De foto's zijn gemaakt op een mooie zaterdagmorgen in februari. Dan is Nederland nog aan het boodschappen doen. Harry en Ophelia trekken dan verder geen bekijks, ik kon ongestoord een kwartiertje kieken. Alleen de mevrouw die dit nest in de achtertuin heeft merkte mij op. 't Zijn overwinteraars en ze komen daar al 14 jaar, vertelde ze.

De volgende dag ging ik weer, opnieuw met camera. Maar dan gonst het er van de recreanten. En zo'n meneer aan de kant van de weg met een grote telelens, dat trekt aandacht. Binnen tien minuten stond er een ware kijkfile van wandelaars.

Overigens zijn deze fraaie vogels al vaker in het nieuws geweest.

zondag 2 maart 2008

Echokliks - Tom Lehrer en David Pogue

Koffie in een studentenhuis in Utrecht op zondagmiddag, net wakker om twee uur 's middags na een nacht studentenleven. Ik was op bezoek. Michiel B woonde daar ook. Hij deed Nederlands, was goed in het oplossen van de Scrypto, had een keyboard en een Brittanica die hij van zijn opa had geërfd, waarin stond dat de Maliebaan de mooiste allee van Europa is.

Ik weet niet meer waarom maar hij begon, met zingen. De philosopher's song van Monty Python. Dat kende ik ook uit mijn hoofd. Een dergelijke medefanaat tref je maar zelden. Ik zong natuurlijk mee, uit volle borst. VRIEND! riep hij toen het uit was, greep mijn hand en schudde die heftig.

Even later liepen we door het Wilhelminapark, ik weet niet meer waarom of waarheen. Hij zong dit liedje.

Dat was twintig jaar geleden. De punch line van Poisoning Pigeons in the Park is me altijd bijgebleven, maar wie het gemaakt had wist ik niet. Ik heb nog wel eens gezocht bij Peter Sellers en Spike Milligan, maar dat was een dood spoor. Tot Bieslog meldde dat er veel Tom Lehrer op YouTube staat.

Is Tom Lehrer een wiskundige die liedjes schrijft, David Pogue is een gadget-columnist die ook liedjes zingt als het hem uitkomt. In dit filmpje trekt hij van leer tegen slecht softwareontwerp. Met een gouden tip voor mensen die veel e-mail moeten beantwoorden, aan het eind.

zaterdag 1 maart 2008

Echoklik - Thereminvirtuoos Pamelia Kurstin

Echokliks zijn klikkebol links die ik al struinend tegenkwam en het herhalen waard vind. Echokliks moet een serie worden. Aflevering 1:

Pamelia Kurstin bespeelt de Theremin, niet alleen op virtuoze wijze maar het is ook lang geleden dat ik iemand zo naturel en zonder opsmuk zag optreden.

Dit komt van www.ted.com, en als u daar dan toch bent, bekijk dan ook even de jongleervirtuoze Raspyni brothers. Humor om te lachen.

Taalnoot: met dank aan Helcia voor de term klikkebol. Een klikkebol link is een "aanklikbare koppeling", maar dat roept mij teveel associaties met de verdomde (als in dumbed down) help van Nederlandse Windows.