zondag 26 december 2010

Zoenende mannen

1e Kerstdagmiddag, het Betty Asfalt Complex te Amsterdam, de Kerstvoorstelling van Margreet Dolman en dominee Gremdaat.

Op de eerste rij zit een homostel. De een geeft de ander een zoen. En nog één. Zijn vriend, die wat onzeker reageert op de publieke intimiteit, merkt op: "Hier mag het tenminste."

Hierbij zij aangetekend dat Dolman en Gremdaat gespeeld worden door de homoseksuele Paul Haenen (ook bekend als Bert van Ernie), die met zijn levenspartner Dammie van Geest het theater drijft.

Een schrijnender voorbeeld van de teloorgang van Amsterdam als vrije, homovriendelijke stad ga ik voorlopig niet meer meemaken.

donderdag 16 december 2010

Op zoek naar een boekhouder?

Gij zult uitbesteden hoor je vaak als je startende ZZP-er bent. Nu heb ik geen hekel aan geldzaken en ik ben niet laaggeletterd, maar fiscale regelgeving is zwarte magie. Derhalve zocht ik een betrouwbare boekhouder. Die blijken zeldzaam. In minder dan een jaar tijd benaderde ik er een stuk of acht, bezocht ik er zes en versleet ik er één.

De eerste reageerde niet op mail en is inmiddels niet meer te vinden. Nummer twee deed niet aan advies want “dat moet u zelf maar doen”, maar probeerde me wel een boekhoudpakket aan te smeren. Dan had hij minder werk aan mij én hield hij meer aan me over. Nummer drie, gevonden via GoudenGids.nl, was al enige jaren met pensioen, maar dat zegt alleen iets over GoudenGids.nl.

Nummer vier had al verscheidene crises overleefd, dat zag je zo. Men huisde in decor van een Amerikaanse journalistencrimi uit de jaren 80, van die aquariumkantoortjes met half matglas en luxaflex tegen de binnenramen. De vloerbedekking was aan vervanging toe, het was niet groot maar ik zag tien man aan het werk. Hier werd geen geld verkwist aan overbodige luxe.

De directeur was duidelijk een oude rot in het vak. Voor ‘500 euro all in’ zou ik klaar zijn. In de offerte die me na enig rappel en zes weken werd gemaild stond echter 900. ‘Ja, want we zetten er wel een senior op’, zei hij bij navraag. Alsof ik Zwitserse tegoeden naar een Bahama te sluizen had.

Nummer vijf was een verhaal apart, dat houdt u nog even tegoed.

De keuze viel op nummer zes, een firma bij mij om de hoek want dat leek me wel makkelijk. De directeur mailde een spreadsheet om alles in bij te houden en een offerte. Het was een schappelijk bedrag en bij dreigende overschrijding van begrote uren zou hij eerst contact opnemen. Het stond er zwart op wit. Het fiscale jaar verstreek, hij deed zijn werk, we bespraken de resultaten. Die vielen wat tegen maar hij had argumenten waar ik niets tegenin kon brengen.

De rekening was echter aanzienlijk hoger dan was afgesproken. “Ja want er zaten wat foutjes in en als ik dan moet bellen en zo, dan kost het alleen maar meer tijd.” Ik wees hem op zijn eigen schriftelijke toezegging. Afspraak is afspraak. Nou, hij wilde het verschil wel crediteren maar dan deden wij voortaan geen zaken meer.

Ik controleerde mijn opgave. Met een paar extra controles in dat spreadsheet had ik al vrij snel inderdaad een paar invoerfoutjes boven water. Maar waarom had hij die checks er zelf niet in gezet?

Ik sliep er een nachtje over en belde hem op om te zeggen dat ik voor de creditnota koos. “Dan wil ik geen zaken meer met je doen”, zei hij. “Dat is me duidelijk”, zei ik. Even later mailde hij dat ik dat spreadsheet acht maanden geleden gratis van hem gekregen had, terwijl ze daar normaal geld voor vroegen. Natrappen, heet dat. Ik had geen spijt van mijn beslissing.

Maar nu moest ik wel weer op zoek naar een nieuwe.

Soms springen de tekenen aan de wand wel erg in het oog. Ze waren kort geleden kleiner gaan huizen, er stond directeur op zijn kaartje terwijl er verder nog één secretaresse in het pand werkte en hun site en huisstijl waren volgens de webmode van een jaar of vier terug. Hij kwam heel sympathiek over. Ik kreeg complimenten voor mijn overzichtelijke en volledige administratie, dat zou zeker werk schelen. Zijn offerte was daarentegen zeer royaal opgezet. Er was kennelijk veel geld nodig om het zinkende schip op te kalefateren. Ik ben er maar niet mee in zee gegaan.

De nieuwe keus viel op een bedrijf van jonge mensen. Ze werken met vaste prijzen, de contacten verlopen prettig, informeel en soepel. Ik heb goede hoop.
Dit is deel drie in een serie over Adviezen aan ZZP-ers. Lees aflevering 1 over Willem Elsschot en aflevering 2 over het nut van een Elevator Pitch.
Foto: Balance Sheet OK door Philippe Put onder Creative Commons

woensdag 3 november 2010

Elevator Pitch

"Als de muziek stopt heeft u één minuut de tijd om uw product of dienst aan de man te brengen. Succes!" Stuntzang van Mariah Carey vult de ruimte waarin een kluitje gewono's (waaronder uw reporter) zich ietwat schutterig verspreidt en paartjes vormt. Dan wordt Mariah halverwege een lettergreep de mond gesnoerd.
- Wie begint?
- Begin jij maar.
Gehaast vertelt hij dat hij tuinarchitect is die kunst én onderhoud integreert in een totaaloplossing.
- Leuk! Heb je al veel klanten? 's Vast niet heel makkelijk in die branche, nu met die crisis.
- Klopt. Ik zat bij een architectenkantoor maar die hadden geen werk meer. Ik richt me nu vooral op bedrijven die bijvoorbeeld een kantoor willen aankleden, of meer groen willen op een stuk van de parkeerplaats.
DE MINUUT IS OM!
Nu is het mijn beurt. Ik begin te vertellen wat ik gedaan heb en probeer samen te vatten wat ik doe. Het eerste gedeelte snapt hij, maar zodra ik begin te vertellen van mijn andere activiteiten zie ik dat hij de link niet kan leggen. Die link ís er ook niet - tenzij je mijn levensloop kent.
DE MINUUT IS OM!
We wensen elkaar veel succes en keren opgelucht terug naar onze stoeltjes.

Die dag en in de maanden daarna zal ik nog een aantal keren horen dat een ondernemer toch écht niet zonder elevator pitch kan. Mocht u het gemist hebben, een elevator pitch is werving die je afsteekt tegen een Hoge Piet die in de lift staat.

Verplaatst u zich in de pitcher: wekenlang heeft u aan uw pitch geschroefd en gesleuteld, hem uitentreuren gerepeteerd voor de webcam van uw laptop en hem tot vervelens toe op uw huisgenoten losgelaten. Nu heeft u, in representatief kostuum met de stoute schoenen glimmend gepoetst, post gevat bij de liftdeuren van het Hol van de Leeuw. Daar komt uw prooi. De liftdeuren gaan open, u stapt er samen in, de zenuwen gieren u door de keel. Hij drukt op het knopje voor de bovenste verdieping, de lift zet zich in beweging. Uw prooi kan nu even geen kant op. Dit is uw moment.

De bedoeling is natuurlijk dat Hoge Piet Iets Ziet in uw pitch. Piet kan overigens ook een willekeurige Jan Doedel wezen (dit gaat zelfs vaak samen); het gaat erom dat hij uw klant wordt.

Verplaatst u zich in Piet. Zo'n pitcher heeft allicht meer amusementswaarde dan een vlieg in de lift. Maar allebei kunt u platslaan, of niet, al naar gelang uw pet staat.

Een pitch is een standaardantwoord voordat ook maar een vraag is gevallen. Prima als je een simpel product verkoopt, maar voor mij werkt het niet. Goed luisteren naar mensen werkt veel beter.
Dit stukje is een verzoeknummer van Floris naar aanleiding van een vorige post, een voorbeeld van de minder goede adviezen waar je als aanstormende ZZP-er zoal mee bestookt wordt. Nog veel erger in die categorie: verzekeringsagenten. Zal ik daar eens over uitweiden? U mag het zeggen.
foto: Disney - the Service Elevator (detail), door Joe Penniston alias Express Monorail onder Creative Commons

zondag 24 oktober 2010

Stoutmoedig Het Juiste Woord.

Bent u ook zo dol op naslagwerken? Ze brengen overzicht in het leven, daarom. Wat dacht u hiervan:

"Zoek in het alfabetische register (..) een woord dat min of meer de gedachte uitdrukt die u bezighoudt, en waarvoor u de juiste uitdrukking verlangt.
Dat woord verwijst met een nummer naar de lijst waar uw gedachte volledig behandeld wordt (..)"

Is dit niet wonderbaar? Uw eigen gedachte, pardoes volledig behandeld! Wie hoeft er nog naar de psychiater met zo'n boek tot zijn beschikking? Luim terzijde, ik heb het over Het Juiste Woord, een naslagwerk met betekenisvarianten, stijlvarianten en synoniemen. Het werd me aangeraden door Floris D. en inmiddels kan ik er niet meer buiten.

Er gaat namelijk niets boven woordkeus die eenvoudig precies in de roos is.

Ik ben dol op naslagwerken, vooral op naslagwerken waarin Hele Moeilijke Dingen zomaar even simpelkes uit de doeken worden gedaan. Suggesties zijn welkom, wordt sowieso vervolgd.
Het Juiste Woord, door Dr. L. Brouwers & Dr. F. Claes. ISBN 978-90-02-22029-6.
Foto door sAeroZar onder Creative Commons

donderdag 21 oktober 2010

Mannen

"Hij had thuis die volslagen blindheid, die zoo dikwijls hebben mannen, zeer kundig en bekwaam in betrekking en werkkring, gewend scherp om te blikken in het wijde perspectief van hun arbeidsveld, maar bijziende thuis; gewoon te analyzeeren de massa der dingen, en niet de détails van een ziel; wier menschenkennis is gebazeerd op principe, en die de menschen in types verdeelen, als met een rolverdeeling in een ouderwetsch tooneelspel; die dadelijk doorgronden de arbeidsgeschiktheid hunner ondergeschikten, maar wie zelfs nooit aanzweemt iets van het in elkaâr geslingerd complexe, als verwarde arabesken, als verwilderde ranken van het zielsingewikkelde hunner huisgenooten, steeds blikkende over hun hoofden heen, steeds denkende over hun woorden heen, en zonder belang voor al het veeltintige, van emotie en haat en nijd en leven en liefde, dat regenboogt, vlak voor hun oog."

Tot zover Louis Couperus. Terug naar de studio in Hilversum (bij Bussum).

Bron: Louis Couperus, De stille kracht (1900); foto: DBNL

zondag 17 oktober 2010

ZZP-er? Lees Elsschot!

Alom gonst het van de nieuwbakken ZZP-ers, het is een echte groeimarkt. Adviseurs van allerlei allooi leveren ellebogengevechten om de verse ondernemer geld uit de zak te kloppen. Met goede en soms ook minder goede adviezen. Ik spreek uit ervaring.

Tot dusver de beste adviseur die ik kan aanbevelen is het nagelaten werk van Willem Elsschot (1882 - 1960).

Waarom? Louis Paul Boon schijnt over hem gezegd te hebben "hij bemint als een moeder maar stelt vast als een deurwaarder". Dat is raak getypeerd. Elsschot zei zelf proza te willen maken "die mooi is en die mooi blijft". Dat is hem gelukt en dat is op zichzelf al meer dan genoeg reden om hem te lezen, maar mijn punt is: Elsschot beschrijft alles wat iedere ondernemer moet weten. En hij ligt gewoon in de bieb.

Marcheert Altijd

In Kaas (1933) leest u hoe het vooral níet moet. IJdelheid en dagdromerij, gebrek aan ruggengraat, verkeerde prioriteiten, domme investeringen en falende acquisitie. Terwijl het zo'n gemakkelijk product is, kaas, dat marcheert altijd, want de mensen moeten toch eten?

Hoe een onderneming met een makkelijk product kan mislukken. En dan is daar de loutering van door schade en schande verworven zelfkennis, en de terugkeer in de veilige loondienst.

Kaas is geen dijenkletser, maar bij vlagen hilarisch. Helaas maar 114 pagina's. U hebt het zó uit.

Ken Uw Klant

Elsschot had een reclamebureau, hij schreef over dingen die hij zelf had meegemaakt en hij had een bijzondere mensenkennis. In Lijmen/Het Been (1924/1936) leest u hoe je uit één goed concept telkens weer opnieuw munt kunt slaan. U leert over de psychologie van een verkoop, hoe mensen verblind kunnen raken door spilzucht en (alweer) ijdelheid, hoe je een emotioneel product niet kwijtraakt aan een rationele klant, en hoe een immorele verkoop altijd boemerangt. Maar ook dat vergoeding niet altijd geldelijk of materieel hoeft te wezen om van waarde te zijn.

Quae Caesari, Caesari

Het Tankschip (1942) draait om een geniale boekhoudtruc. Die zal ik hier niet verklappen, maar herinnert u zich de side letters die een rol speelden in het Ahold-schandaal? Geheime documenten, bedoeld om risico af te dekken. In Het Tankschip komt dat ook voor. Cees van der Hoeven, de uit Ahold gevallen topgraaier, moet dit boekje ooit goed gelezen hebben.

Ook in ander werk deelt Elsschot zijn inzicht in het zakenleven met ons, maar minder nadrukkelijk. De opdracht van Tsjip/De Leeuwentemmer staat online, voor wie een voorproefje wil. Hieruit dit citaat:

"(..) hij heeft een onbegrensd vertrouwen in mijn schranderheid omdat ik op een kantoor ben terwijl hij 't nooit verder heeft gebracht dan tot timmermansknecht."

Die schranderheid en de onzinnige reden waarom die aan de spreker wordt toegedicht, daar moet ik dikwijls aan denken als ik voor een beslissing sta. En dan ook aan de spiegel met die exquise combinatie van verwondering, zelfspot en cynisme die me wordt voorgehouden. Lees 't nog maar eens.

Het slot van Tsjip is overigens een van de meest ontroerende passages die ik ken. Waarmee ik maar wil zeggen dat Elsschot u veel meer biedt dan alleen zakelijk inzicht.

foto: Wikipedia

dinsdag 12 oktober 2010

Typisch populistisch

Geval 1: Wilders grossiert in vlammende one-liners, maar als je hem doorvraagt naar wat hij precies bedoelt, dan blijft hij zwijgen. Dat had die rechter er niet zo in moeten wrijven, maar ongelijk had die rechter niet.

Geval 2: de Zweden-Democraten liepen weg bij de kerkdienst die traditioneel voorafgaat aan de installatie van een nieuw parlement, omdat bisschop Eva Brunne in haar preek het discrimineren van mensen op grond van herkomst - wat de Zweden-Democraten doen - verwerpelijk had genoemd. En nu komt het: partijleider Jimmy Akeson zei na afloop dat hij "te erg van streek was om uit te leggen waarom hij was opgestapt" (NRC Handelsblad, 6-10-2010, p.5).

Ziet u de overeenkomst? Zwijgen als je om argumenten vraagt, ostentatieve redeloosheid. Wilders en Åkeson acteren het met verve, dit misnoegde onderbuikgevoel. "Ik ben boos, want ik ben boos. Waarom? Daarom".

Het spreekt aan. W&Å snappen dit gat in de kiezersmarkt en de kiezer heeft ze beloond met zijn vertrouwen - enfin, dat wist u.

Nu moeten ze het waarmaken.

Dat wordt nog lachen.

donderdag 30 september 2010

verbod verhullende kleding nakend

Het nieuwe kabinet wil een algeheel verbod op de boerka en een verbod op hoofddoeken voor rechts- en wetsdienaren, aldus Trouw, zojuist.

Dat ik bij de apotheker word bediend door iemand met een hoofddoek vind ik alleen maar bemoedigend. Moslima's scoren steeds beter op school en daar moeten ze vooral mee doorgaan. Kennis is macht. Goed onderwijs is de sleutel tot onafhankelijk denken.

Studeren er moslima's rechten? Geen idee, zoeken we op.

Maar zo'n kutmarokkaantje met harddrugs in de koffer van zijn BMW moet gewoon rap in de bontkraag worden gevat, en waarom niet door een agente met een hoofddoek?

Nu moet ik toegeven dat ik niet gaarne het woord richt tot iemand die geheel, of op de ogen na, bedekt is met textiel. Feministen, en niet alleen zij, hebben meer dan een eeuw gestreden voor gelijke behandeling van vrouwen. Dus wat moet je dan vinden van mensen die het recht opeisen om middels kleding te benadrukken dat vrouwen juist ondergeschikt moeten zijn?

Als je het zo stelt: hetzelfde als wat je moet vinden van orthodoxe christenen met soortgelijke opvattingen. Wie behoefte hebt aan een robbertje vechten tegen de bierkaai kan net zo goed terecht in Spakenburg als in Mekka.

Maar toch. Het maakt wel uit of je iemands gezicht al dan niet kunt zien.

Moslima's zijn niet gek. Een boerka in Afghanistan is een manier om problemen te mijden. Een boerka in Amsterdam is een statement: "ik wil mij niet conformeren aan jullie maatschappij". Alsof je een punker in de jaren tachtig hoort.

Punkers wilden best de dialoog aan, als je even doorvroeg.

Je zou verwachten dat een Amsterdamse boerka-draagster genoeg lef heeft om haar keuze te motiveren en dus ook die dialoog wel aan wil gaan. Of dat ook werkelijk zo is, dat moet nog blijken. Het zijn er wat weinig om in aanmerking te komen voor het predikaat 'maatschappelijke groepering'.

Een verbod lijkt me dus nergens voor nodig.

Het is te vrezen dat dit kabinet niet dezelfde weg neemt als Balkenende I, dat na korte tijd krakelend en schermutselend uit elkaar sodemieterde. Wilders heeft daar lering uit getrokken en je moet toegeven dat hij het tot nu toe slimmer aanpakt: nergens verantwoordelijk voor, maar kan, en zal, alles en iedereen pootje haken als hem dat zo uitkomt. Dankzij gebrek aan gewicht valt hij omhoog.

Nou ja.

What goes up, must come down.

zaterdag 11 september 2010

Echo van mooischrijverij

Enige tijd geleden nomineerde Floris Dogterom op dit blog een zin van Louis Couperus als de beste literaire zin aller tijden uit het Nederlands taalgebied:

Buiten weende de dooi aan de ramen.

Goede schrijvers zijn belezen; door veel te lezen ontdek je wat goed is en wat niet. Dus een bundeltje Poespas van Mooischrijver Des Volks bij uitstek, Simon Carmiggelt, gebonden, lichte waterschade, 50 cent, laat ik niet liggen. Prettig lichte kost, geschreven terwijl Nederland herrees uit de as van WO II.

Carmiggelt bewonderde Elsschot, dat is bekend. Of hij ook een voorbeeld aan Couperus nam? Wat dacht u van deze:

De bijna vergeten grauwe achtermiddag op de gracht kwam opeens weer met dichtgeplante regen aan het venster dreinen als een rekenschap eisende vrouw op een afschaffersplakkaat.

Hoort u de echo van Couperus? De waterkou dringt pardoes door het glas heen je botten in.

De vraag welke van de twee nu de betere schrijver is kan licht ontaarden in een potje vérplassen dat Loket Diversen niet accomodeert, maar dat afschaffersplakkaat behoeft enige toelichting.

Het betreft hier met zekerheid een affiche van de Vereniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken. Daarop afgebeeld denk ik een vrouw die haar man komt verwijten dat hij het weekloon aan het verzuipen is. Carmiggelt kwalificeert dat als dreinen. Hij beschreef het Amsterdamse kroegleven uit ervaring en niet vanachter een kopje thee.

Dat hij Couperus gelezen heeft durf ik wel staande houden.

foto: rainy window van Erix! onder Creative Commons

zondag 22 augustus 2010

Haatzaaiende geschiedenis online

De kogel ging zojuist door de kerk: de Koninklijke Bibliotheek zet haar archief van Volk en Vaderland en andere Nazikranten online. Tegenstanders vrezen misbruik van de haatzaaiende teksten van destijds, voorstanders willen feiten in de geschiedenis niet verborgen houden.

Helder Wereldbeeld

Antisemitisme is verwerpelijk, dat weet iedereen. Discrimineren is fout, dat is een oer-regel. Slavendrijvers waren misdadigers, slaven hadden het gelijk aan hun kant. Evenzo was de katholieke kerk fout omdat die door de eeuwen heen op allerlei manieren antisemitisme heeft gevoed. Weldenkende mensen discrimineren niet, dus weldenkende mensen van alle tijden deden niet mee aan discriminatie.

Althans, zo is je voorgehouden. Vanaf de lagere school wordt je wereld ingedeeld in goed en kwaad, met niets ertussenin. Wel zo overzichtelijk.

Kantelend wereldbeeld

Maar dat beeld klopt niet. De verdorvenheid van antisemitisme is pas zo pijnlijk duidelijk sinds de Holocaust. Dat het vóór WO II vaker voorkwam wist ik wel. Maar dat het in die tijd gewoon normaal en helemaal niet onfatsoenlijk was om bij gelegenheid je minachting voor Joden te betuigen, dat was, tot voor kort, nieuw voor me.

Gekissebis in de krant

Het begon met een opmerking in NRC van Pieter Steinz, die de zojuist verschenen biografie van Annie M.G. Schmidt bespreekt. Schmidt, aldus Steinz, wordt beschreven als onder andere

(...) de dappere non-conformiste die tijdens WO II niet meer verzet bood dan het weghalen van het bordje 'Voor Joden verboden' uit de leeszaal waar ze als bibliothecaresse werkte.

Verzetshelden

Zoals u weet zaten alle echte Hollanders tijdens WO II in het verzet, dus zo'n snier vraagt om een felle ingezonden brief. En jawel, twee weken later fulmineert A.J. Vermeulen uit Zoetermeer dat Steinz, let op de haakjes, "(geboren 1963)", lees: "te jong voor recht van spreken", hier op schandelijke wijze een "armchair opinion" ventileert, want dat Schmidt wel degelijk had kunnen worden opgepakt voor haar dappere non-conformisme.

Het fijne van NRC Handelsblad is nu dat hierop vaak weer tegenreactie komt, maar dan van iemand die Het Echt Weet, iemand met een mening gefundeerd op schokbeton. Zo ook nu: O.L.E. Jongmans uit Wateringen meent dat het

(...) gewone obstinaatheid van Schmidt (was). Immers, niemand wist toen nog hoe hard de Duitsers zouden optreden tegen pogingen om Joden te beschermen, en zelf stond zij ook niet zo positief tegenover Joden, getuige een brief van haar, van september 1934, aan haar moeder, waarin zij zich ergert aan het gedrag van een bezoeker met een Joodse naam en schrijft: 'Enfin toen dat stuk jood wegging heb ik hem nog vurige kolen op zijn test gestapeld door hem zijn zakdoek na te brengen.' Tot haar verdediging kan worden opgemerkt dat deze vorm van antisemitisme in de jaren dertig in Nederland endemisch was.

Toen Sonja Barend aan de Heilige Oma Annie die ons Jip & Janneke bracht vroeg of zij met de jaren milder was geworden, antwoordde Schmidt: "zo mild als de pest". Maar dit terzijde.

Zeitgeist

Ik denk dat Jongmans de tijdgeest goed weergeeft. In het kader van een langlopend project kocht ik onlangs op Marktplaats de roman De Loop der Dingen van Elisabeth Zernike. Het verscheen in 1929. Het is een intens keurig boek zonder enige ironie of scherpte, je vindt er geen geweld, geen tepel, geen vloek, wel veel zuchten. Bij uitstek geschikt voor de gegoede dames waarvan Zernike zelf er één was.

Maar daarin toch dit fragment:

Toen Ina in de vijfde klasse van de Burgerschool zat, had ze eens een tentoonstelling bezocht van interieurkunst. Daar had ze een kamer gezien als hun eigen salon, misschien alleen een beetje sjofeler en stoffiger. In de deuropening hing een groot bord waarop stond: "Zoo niet!" en daaronder zat, stil-gnuivend, een oude jood op een van de pluchen stoelen, en op de roode tafel had hij een kaart gelegd: "Dit alles is te koop bij Mozes Levie". Ina had in de kamer nauwelijks rondgekeken, ze kende het alles te goed (...). Ze schaamde zich.

Zo'n hyper-ordentelijke roman bevat dan toch zo'n lelijke antisemitische karikatuur. Mogelijk, zelfs waarschijnlijk, tekende Zernike gewoon op wat zij gezien heeft, zoals alle schrijvers doen.

Bij nader inzien is het natuurlijk ook wel te begrijpen: wat het anti-Joodse collectief in voorgaande eeuwen had gezaaid stond vóór 1940 nog volop in bloei. Pas nadat Hitler het over de kop had gejaagd ging dat facet van de geschiedenis gauw de doofpot in.

Doofpotten moeten geopend en geïnspecteerd. KB, hulde!

zondag 15 augustus 2010

Arcimboldo Beach

collage van gemengde materialen
Vervaardiger:Hedonia Buytenspel, kunstenaresse te Molenpolder
Alternatieve titel:Zeebonk
Alternatieve alternatieve titel:zonder titel, gemengde materialen
Ondertitel: objets trouvés maar verre van ready mades
Vervaardigingsplaats: strand Sa Rocca Tundra, Sardinië
Coördinaten: 40.043274 noorderbreedte bij 8.423502 westerlengte
Datum vervaardiging: 28 september 2007
Stijlkenmerk: hommage; citaat
Pretentie: geen
Prijs: wat een vreselijk platvloerse gedachte
Associatie: Giacomo Arcimboldo, Marcel DuChamp
NB: Het woord kunstenaresse is fout Nederlands, een verhaspeling van secrateresse en kunstenares. Maar kunstenaresse klinkt een stuk deftiger. Googelen levert ruim 6000 treffers. Allemaal kunstenaressen die zich foutief kunstenaresse noemen. Nou ja, misschien niet allemaal. Maar toch een boel. Ik bedoel maar.

woensdag 11 augustus 2010

Albert Heijn ziet alles

Vandaag bij de zelfscanner werd ik gecontroleerd. De steekproef was goed, maar toch moest alles opnieuw gescand. Wat bleek? Ik had een familiepak WC-papier (24 rollen voor weinig) per ongeluk twee keer gescand. "Hij pakte hem niet, dacht ik", zei ik tegen de controleuse, "maar blijkbaar toch, dubbel. Wel opmerkelijk dat-ie dan denkt Hee, die meneer heeft vast geen twee van die pakken in zijn wagentje." De controleuse moest lachen.

Albert Heijn weet nauwkeurig wat ik daar koop, want ik heb al jaren een bonuskaart. Ik heb er zelfs een liedje over gemaakt, drie jaar geleden. En pleepapier koop ik vrijwel altijd in de aanbieding. Komt wel op, namelijk.

Ziet Grote Broer Albert nu dat ik nog nooit eerder twee van die grote pakken pleepapier gekocht heb en wil hij mij behoeden voor mijn vergissing? Ik zou het eigenlijk eens moeten nagaan. Zou het passen in de trend dat steeds meer Grote Ondernemingen een "don't be evil"-beleid hanteren?

dinsdag 13 juli 2010

Arbeidsomstandigheden

Mijn arbeidsomstandigheden zijn allerbelabberdst. Mijn beeldscherm is eigenlijk te klein, ik zit op een derdehands stoel en vaak werk ik uren achtereen op een zolder. Er is maar één piepklein dakraampje. 's Zomers wordt het er meer dan 35 graden en dan gutst het zweet langs heel mijn lichaam. 's Winters kan het er vriezen.

Ik vind het heerlijk. Ik ben namelijk eigen baas en vrij om te doen en te laten wat ik wil. Ik moet natuurlijk zorgen dat de schoorsteen rookt maar daarin slaag ik, tot nu toe, wonderwel. Dat geeft op zichzelf al voldoening, maar het is vooral de vrijheid die een belangrijk deel van mijn beloning is geworden. Word ik moe of suf, dan ben ik na een powernap van een kwartier weer als herboren. Als ik kop noch staart meer aan mijn werk zie ga ik naar buiten, even bewegen. Dat ruimt de bovenkamer op en ik krijg de beste ideeën meestal tijdens een ferme wandeling of fietstocht.

Weinig werkgevers vertrouwen hun mensen zo’n vrijheid toe. De ene werknemer weet zich geen raad met de verantwoordelijkheid, een ander loopt meteen de kantjes eraf.

Portret van een lijntrekker

Ooit had ik een collega die jarenlang weinig meer deed dan de gaatjesstrook afscheuren van kettingpapier. Hij had er een speciaal apparaatje voor, een langwerpig ding van grijs plastic: je deed een deksel open, dan zag je een rij plastic pinnen waar je de gaatjesstrook overheen deed, dan klapte je het deksel weer dicht en dan kon je het formulier-in-drievoud eraf scheuren. Hele dagen kon hij ermee bezig zijn. Daarna borg hij de formulieren grondig onvindbaar in een ordner, zodat, wanneer er eentje moest worden voorzien van wat extra krabbels in inkt, er een nieuwe kopie moest worden uitgedraaid. Op kettingpapier. Zo bleef zijn werk in de wereld.

Het apparaatje was wel eens zoek. Dan ging hij het zoeken. Hele ochtenden kon hij daarmee kwijt zijn. Terechtwijzingen deed hij dood: “zonder dat apparaatje kan ik mijn werk niet doen”.

Er is gepoogd om hem licht invoerwerk te laten doen. Ondanks dat hij een pc thuis had en daar ook mee om kon gaan getuige de hoge scores bij het computerspel Dungeons & Dragons waarover hij opschepte in de koffiepauze, was deze uitbreiding van zijn takenpakket niet bespreekbaar zolang hij niet eerst een computercursus kreeg. Maandenlang wist hij deze droevige discussie te rekken.

Hij was actief vakbondslid én had zitting in de dienstcommissie. Ik lieg geen letter.

Hitteberoerte dreigt

Vakbonden zijn er om werknemers te beschermen tegen boosaardige bazen. Voor Chineesjes in sweatshops waar al die mooie goedkope modekleding vandaan komt, is dat nog steeds bitter hard nodig - daar niet van.

Kortgeleden kwam FNV Bondgenoten met aanbevelingen voor werk in extreme warmte, waaronder een hele handige heat-stresscalculator. Die riep HITTEBEROERTE DREIGT, op mijn zolder waar het 35 graden is en 80 procent luchtvochtig.

Ik heb daar niets van gemerkt. Wel was mijn shirtje in een paar minuten geheel doorweekt van het zweet en merkte ik hoe dit vocht de warmte afvoerde. (Hoe mooi toch functioneert de natuur.) Toen ik beneden kwam in de koelte, voelde ik de voldoening van Iets Moois te hebben gemaakt, in combinatie met het lichamelijk herstelde gevoel dat een sauna geeft. Van een hitteberoerte totaal geen sprake.

Moest ik nu altijd de hele dag verplicht op mijn zolder werken, dan zou ik zeker wel gaan protesteren en waarschijnlijk sloot ik mij ook wel aan bij een vakbond als mijn baas niet zou luisteren.

Maar de hinder van slechte arbeidsomstandigheden smelt als sneeuw voor de zon zodra je vrij bent in je doen en laten.

Met die vrijheid omgaan leer je vanzelf als je loon naar werk krijgt. Dit is een trend die natuurlijk al aan de gang is, met al die ZZP-ers die de crisis heeft uitgespuugd. Waaronder uw reporter.

foto gemaakt door Paul Midler, auteur van Poorly Made in China.

dinsdag 6 juli 2010

Kabinetsformatie

klik op het plaatje!

woensdag 30 juni 2010

Vrouwelijke beroepsnamen verdwijnen

Stel, ik ben pas ontwaakt uit een coma van een jaar of tien en ik sla de krant op. Dan zou ik me al snel gaan afvragen waar toch al die vrouwen gebleven zijn. De schrijfster, directrice, rectrix of mentrix? Ze komen niet meer voor in Nederland. Ik lees schrijver Yvonne Kroonenburg schaduwt Alexander Pechtold (1) en vraag me af zij zich heeft laten ombouwen. Ik zie dat Aletta, ook bekend als De Vrouwenbibliotheek, een nieuwe directeur heeft in de persoon van Saskia Wieringa (2). "Saskia?", denk ik dan, "dat is toch een meisjenaam, een bijbelse meisjesnaam zelfs? Toch niet zowel jongens- als meisjesnaam, zoals Sascha of Marijn?" Verwarring alom.

Dus dan zoek je het op. In het Stijlboek NRC Handelsblad lees ik dat rectrix mag indien de persoon in kwestie dat zo wenst. Je ziet het voor je:
- Hee, Dymph van den Boom is benoemd tot rector magnificus.
- Dymph? Is dat een hij of een zij?
- Een zij, volgens mij. Ja klopt, een zij.
- O. Bel even of ze rector of rectrix genoemd wil worden?
- Dat wordt rectrix magnifica, dan?
- Doe toch maar even. De enige andere vrouwelijke rector magnificus is van de Universiteit voor Humanistiek en dat is mevrouw Prof. Dr. Hans Alma.

In het Stijlboek verder geen woord over schrijfster of directrice. Birgit Donker trad af als hoofdredacteur, dat wel. Alsof redactrices alleen voor de Opzij of de Libelle werken.

Het Genootschap Onze Taal somt drie tendensen onder taalgebruikers op. Die taalgebruikers doen het niet snel fout, bij het Genootschap; het is de meest redelijke leraar Nederlands die men zich denken kan. Daar staat tegenover dat je het predikaat foutloos ook niet makkelijk haalt, bij hem.

Er is een groep die consequent geslachtelijk is. Welnu, met violiste, redactrice en tramconductrice heb ik geen moeite, maar buschauffeuse wordt al studentikoos en directrice heeft een hardnekkige connotatie met kostscholen. En zou Femke Halsema de heer Balkenende opvolgen, werd zij dan première?

Een andere groep vermijdt het probleem, dus bezigt verpleegkundige en leerkracht, maar komt dan in de problemen met timmerman, aldus het Genootschap. Dit geeft laf taalgebruik. Er mankeert niets aan de groentevrouw bij ons in het dorp en bij Jan, Jans en de Kinderen kwam er al twintig jaar geleden een kordate dame met een shaggie en een gereedschapskist aan de deur die zich meldde als de timmer.

De derde groep "is zo neutraal mogelijk en dat komt neer op de mannelijke term. Deze tendens is gemeengoed geworden", aldus het Genootschap. Het Genootschap geeft geen waarde-oordeel.

Loket Diversen doet dat wel. Het is een taalverarming! Die moet bestreden worden en tegengegaan! Want nieuwe woorden zijn best chill of cool, maar is dat een reden om oude woorden te laten verkommeren of weg te gooien? Neen, neen, en nog eens neen!

En hoezo is de mannelijke term de meest neutrale? Dat impliceert dat de vrouwelijke term niet neutraal is, waaruit volgt dat secretaresse altijd een vrouwenberoep zal blijven. Tijd voor een feministisch golfje, vinden wij. En niet alleen om deze reden, maar daarover later wellicht meer.

Tenslotte: over timmerman gesproken, wil iedereen die kinderen op de PABO heeft daaraan mededelen dat het niet timmermannen maar timmerlieden of timmerlui zijn, en evenzo brandweerlieden of -lui? Dank u. Want anders zijn die woorden over vijf jaar uitgestorven.
bronnen:
1. NRC Handelsblad 25 mei 2010, voorpagina.
2. Vrij Nederland, 18 augustus 2009

zaterdag 26 juni 2010

70s Photography & Everyday Life / Tom Waits fan

Hieronder ziet u de kunstpagina van NRC Handelsblad afgelopen donderdag. Het artikel bespreekt de tentoonstelling 70s Photography and Everyday Life in het Nederlands Fotomuseum.



De foto rechts kende ik al jaren, van het CD-hoesje links: Rain Dogs van Tom Waits, uit 1985. De foto blijkt van de Deen Anders Petersen die drie jaar elke avond zwolg in Café Lehmitz aan de Reeperbahn in Hamburg. U weet wel, de tippel- en uitgaanszone waar de Beatles hebben leren spelen voordat ze beroemd werden. Waits zelf bezong de Reeperbahn expliciet op de CD Alice in 2002.

De foto voor het hoesje is precies zo uitgesneden dat verhuld blijft hoe vals de vrouw eigenlijk lacht. Op het origineel zie je dat nu wel. De man aan haar boezem lijkt op Waits, maar, weet ik nu zeker, het is hem niet.

Kleine wereld?

maandag 21 juni 2010

Theo Jansen presenteert nieuw strandbeest

Theo Jansen, tweede van rechts, bij de Animaris Siamesis

Kunstenaar Theo Jansen gaf 18 juni een try-out van zijn nieuwe strandbeest, de Animaris Siamesis. Uw reporter was erbij.

De Animaris Siamesis bestaat in feite uit twee strandbeesten die elkaar overeind houden. De clou van de Siamesis is dan ook dat hij niet omwaait. (Meer informatie over de Strandbeesten vindt u op uiteraard op www.strandbeest.com en in onze bespreking van de lezing die Theo Jansen hield in maart.)

honderden gewrichtjes

Voordat de Siamesis tot leven kon komen waren er nog wat reparaties nodig en moesten bovendien alle gewrichten van zijn poten worden gesmeerd. uw reporter in de weer met smeermiddelDat zijn honderden gewrichtjes, dus de kunstenaar recruteerde hiervoor vier vrijwilligers uit het publiek - waaronder uw reporter. Met hooguit vijftig toeschouwers was deze performance overigens geen grote publiekstrekker. Wel was er een vijftal dat speciaal uit Zuid-Duitsland was gekomen om de Siamesis in het echt te zien.

shake shake shake

Toen de Siamesis was gesmeerd moest hij al schuddend – “nu gaan we shaken, dames en heren” - van het mulle zand naar het harde zand worden gedragen, waarvoor de ploeg vrijwilligers werd uitgebreid tot 12 man. Daar werd dan eerst de maag, die bestaat uit spaflessen, door de wappervleugels gevuld met windenergie. Vervolgens mocht de Siamesis een eindje los lopen, waarbij het publiek diende als levend windscherm tegen de stijve bries. Mijn overbuurman bij het shaken, blijkbaar ook een trouwe fan, zei dat het jammer was dat het zo hard waaide, want met een matig windje stappen de Animari heel mooi en beheerst zonder enige bescherming over het strand.

Het filmpje hieronder geeft een korte impressie van de hele happening.

natuurkrachten

Was ik bij de lezing in maart al meer dan geïnteresseerd geraakt, dat ik er nu met mijn neus bovenop kon staan was een waar feestje. De animari zitten solide in elkaar, zag ik. Maar met natuurkracht valt nu eenmaal niet te spotten en dat bleek ook bij de eerste proef met de wappervleugels. Het doek tussen het geraamte van de vleugels is met opzet verstelbaar want als dat doek te wijd uitstaat vangt het teveel wind. Dat gebeurde ook en daardoor schoten een paar stangen los van de krukas (die de pompen aandrijft waarmee de maag wordt gevuld met windkracht – if you must know). Dat losschieten gaat relatief gemakkelijk, opdat die krukas zelf niet kapot gaat. Die stangen zet je dus ook zonder veel moeite weer op hun plaats. Resilience heet dat, het vermogen om schade op te vangen en eenvoudig herstel mogelijk te maken. Het is een term die je nog wel eens hoort in kringen van technische ontwerpers of in de context van moeder natuur en olierampen, maar vrijwel nooit in verband met kunst.

eeuwige roem

Tijdens de lezing in maart vertelde Theo Jansen dat zijn loopmechaniek wordt nagemaakt door anderen, die er dan een filmpje van op YouTube zetten. Ik vroeg hem wat hij daarvan vindt. “Hartstikke leuk”, luidde het antwoord. “De meesten respecteren het intellectueel eigendom, ze zetten mijn naam erbij, dus het draagt uiteindelijk bij aan de onsterfelijke roem. En dat is in feite ook de bedoeling”. Hij zei het met pretlichtjes in zijn ogen.

Ik maak hieruit op dat Het Werk waar Theo Jansen al twintig jaar mee bezig is, in grote lijnen volgens plan verloopt.

Dit is de achtste aflevering in een serie over Kinetische Kunst. De overige afleveringen vind u hier

vrijdag 4 juni 2010

Wereldwandelaar slaat andere richting in

De bekende wandelaar, de heer L. O. Dudok de Wit, toont heden, dat hij op zijn 61-jarigen leeftijd nog zijn ouden roem als wereldwandelaar weet te handhaven. Gisterochtend om vier uur begon hij, volgens het Hsbl., zijn 50e wandeling van Breukelen naar Baarn.

Voor de eerste maal deed hij die wandeling op 2 Juli 1889 en hij herhaalde dien tocht geregeld een of meer keeren per jaar om te Baarn zijn familie te bezoeken.

De 50e tocht naar Baarn wordt in huiselijken kring aldaar heden eenigszins feestelijk gevierd, te meer omdat het 's heeren Dudok de Wit's laatste wandeling naar Baarn is. Hij is namelijk voornemens een andere richting voor zijn verdere wandelingen te kiezen.

De liefhebbers der wandelsport zullen zeker met vreugde vernemen, dat hun „voorganger" nog steeds ferm het voorbeeld geeft.

Bron: Rotterdamsch Nieuwsblad, woensdag 16 november 1904, via http://kranten.kb.nl, de grootste, gratis toegankelijke online krantenbank met gedigitaliseerde kranten uit de periode 1618 tot 1995.

maandag 31 mei 2010

Paperazzi

Een paar weken geleden woedde er een volksgericht over de smakeloze handelwijze van De Telegraafredactie die had gebeld met het jongetje Ruben, enige overlevende van de vliegramp in Tripoli. Gans het land sprak - terecht - schande van deze perverse daad. Het kostte De Telegraaf een paar honderd abonnees, maar op een dagelijkse oplage van 672.000 is dat peanuts. De Telegraaf sprak van een "iets grotere uitstroom dan normaal".

Ander voorbeeld. Op de trouwdag van Alexander en Maxima zag het er even naar uit dat Prinses Juliana zou overlijden. Wilma Nanninga, toenmalig hoofdredactrice van het blad Privé, schreef die week het Hollands Dagboek, een gastrubriek in NRC Handelsblad.

"Op de redactie gaat het gerucht dat prinses Juliana zou zijn overleden. Er zijn een paar tips binnengekomen. Het bloed trekt uit mijn gezicht; dan gaat HET HUWELIJK niet door en missen we met zijn allen een paar miljoen aan inkomsten. Royalty-expert Yvonne Hoebe raadpleegt een vaste bron. Na een paar uur komt het verlossende antwoord. Onze vroegere koningin heeft dinsdag een herseninfarct gehad, maar het gaat haar goed."

Nanninga laat zich hier lelijk kennen: het bloed trekt uit haar gezicht, niet omdat het naar zou zijn voor iedereen rond dat huwelijk, maar omdat dan een paar miljoen aan haar neus voorbijgaat.

Diana Spencer overleed, zoals u weet, ten gevolge van een achtervolging door paparazzi. Onze collega Alison in Engeland, anders altijd een toonbeeld van Britse efficiency en flegma, was er danig door van de kaart. Mijn kamergenoot had haar aan de telefoon. Ergens halverwege het gesprek hoorde ik hem zeggen: "You can say it's the tabloids, but who read those tabloids? We do! So in fact, it's really us that killed her". Toen volgde een lange stilte waarin hij, vertelde hij later, Alison zachtjes hoorde huilen aan de andere kant van de lijn. Hij rondde het gesprek af, tekende een brandend kaarsje op een Post-It, plakte dat op het document waarover ze had gebeld, legde dat op de fax en drukte Alisons shortdial in. Candle in the Wind zou zeven weken op nummer één blijven staan en werd de best verkochte CD-single aller tijden.

Gewetenloze roddelpers brengt wat de massa vreet omdat de massa het vreet. Het gaat alleen maar om geld. Ik zou dus voorstander zijn van een boete wegens immoreel gedrag, en naar draagkracht. Zoals Finland dat doet. U verdient een tonnetje of twee op jaarbasis en u rijdt te hard met uw dronken kop? Een tonnetje boete, mogen we even vangen? Dat heeft tenminste effect en de staatskas kan het goed gebruiken.

Dus pluk de Telegraaf! De jaarwinst van 2009, hopla! 69 miljoen in één klap naar de collectieve geldkist. Dat kost geen banen, want het is netto winst. Het kost wel aandeelhouders. En daar zijn ze schijtbenauwd voor, dat ongedierte. Dat zal ze leren!

Foto: Money, money, money door borman818 onder Creative Commons

donderdag 20 mei 2010

Mozart maakte allereerste illegale muziekopname

Rome, 11 april 1770 - de Oostenrijkse componist W.A. Mozart heeft vandaag de eerste illegale muziekopname ter wereld gemaakt.

De veertienjarige Mozart, op toernee in Rome, woonde jongstleden Aswoensdag de Heilige Mis bij, waar ook dit jaar weer het Miserere van Antonio Allegri werd uitgevoerd. Dit werk was tot op heden zorgvuldig voorbehouden voor de Pauselijke oren. Uitvoeringen buiten de Sixtijnse Kapel en het maken van kopieën van de bladmuziek zijn ten strengste verboden. Bij thuiskomst na de mis schreef Mozart het negendelige werk uit het hoofd op. Hij riskeert hiermee excommunicatie, de zwaarste straf die de kerkelijk wereldleider kan opleggen.

Mozart werd niet geëxcommuniceerd. De paus, Clemens XIV, verhief hem tot Ridder in de Orde van de Gulden Spore. Die paus had kennelijk ook wel door dat je zo'n jong en groot talent moet stimuleren, niet straffen.

Hij gaf Mozart dus een lintje. Dat is natuurlijk een relatief goedkoop ding - de gever betaalt materiaalkosten maar deelt verder alleen maar eer uit. Eer is gebakken lucht met een zeer speciale uitstraling. Om eer wordt gestreden, gevochten, gemoord en gesuïcideerd. Maar ervan eten kun je niet. De mens is vooralsnog het enige wezen op aarde dat eer kent en ik zou robotbouwers willen adviseren deze design flaw vooral niet over te nemen. Maar dit terzijde.

Onthoudt: Wolfgang Amadeus Mozart is de geestelijke vader van wat nu "illegaal kopiëren" heet. Napster, Kazaa en The Pirate Bay zijn hem eer verschuldigd. Waarvan akte. You rock me, Amadeus.
bronnen: early-music.com en classical-composers.suite101
ilustratie: Mozarts Descent door (hoe toepasselijk!) Pirate Braveheart, gebruikt onder Creative Commons.

maandag 19 april 2010

Vergeten Topvertier: het woordenboekenspel

bij de dood van een taalreus

Met het overlijden van Rudy Kousbroek is een Wandelend Woordenboek van ons heengegaan. In NRC vertelde de taalvorser Ewoud Sanders dat hij Kousbroeks essays altijd las met een notitieblok paraat, om de Moeilijke Woorden te noteren, ter latere opzoeking. Kousbroek vond het verwerpelijk om moeilijke woorden te vermijden; gij zult uw lezers niet op de hurken toespreken!

Dat is toch een heel andere insteek dan de huidige norm die dicteert dat we moeten schrijven voor een twaalfjarige, omdat het niveau van de doorsnee lezer daar nu eenmaal niet bovenuit komt.

De wandelende woordenboeken, sterven zij uit? Ben ik de enige die tijdens het zoeken in de Van Dale ook nog allerlei ándere woorden leest? Woorden waar ik niet naar op zoek was, maar waar het oog op valt en die me onbedwingbaar benieuwd maken naar de betekenis?

Het deed me allemaal terugdenken aan het Woordenboekenspel, dat ik jaren geleden met enige regelmaat speelde. Het was heerlijk tijdverdrijf, en zeer geschikt voor gezelschappen tot zo’n 8 personen. Ik weet niet waar we het toen vandaan hadden, maar het wordt of werd vaker beoefend in deze of gene vorm.

het woordenboekenspel

Benodigdheden: De dikke Van Dale, 5 tot 8 personen en evenveel pennen en vellen papier.

Een speler zoekt een woord op waarvan hij vermoedt dat niemand het kent. Deze speler leest het woord hardop voor en schrijft de betekenis op een vel papier. De andere spelers schrijven het woord op en geven daarbij hun omschrijving van dat woord. Als je het niet weet gok je maar iets, maar je kunt je onwetendheid verdoezelen door je omschrijving te larderen met woordenboekentaal, zoals (gew.) of (barg.).

Vervolgens levert iedereen zijn papier in bij de speler met het woordenboek. Die leest alle omschrijvingen voor, inclusief die uit het woordenboek zelf. De spelers kunnen nu stemmen op de juiste definitie. Stemmen op de juiste definitie levert punten op, maar je krijgt ook punten als er op jouw wrochtsel wordt gestemd. Als de rondestand is medegedeeld krijgt de volgende speler het woordenboek.

Om de één of andere reden weet ik nog dat ik zo geleerd heb wat struiltje en veest (geen spelfout) betekenen.

foto: Zehferdando onder Creative Commons

woensdag 31 maart 2010

Kinetische Kunst 7: de strandbeesten van Theo Jansen

Denkend aan Holland zie ik reusachtige dieren van kaaskleurige electriciteitspijp traag over het natte strand stappen. Onderweg van de vloedlijn naar het mulle zand scheppen ze hun lepelstaart vol zand, storten dan hun lading op de grens van mul en hard, gaan dan weer terug tot ze het water voelen, dan weer heen, en zo voort, als eb en vloed. Ze leven van de wind, denken van de wind, bewegen van de wind,gaan kapot aan de wind, sterven van de wind.

Hun schepper heet Theo Jansen en hij woont in Delft. Op 17 maart hield hij een lezing in de Academie voor Bouwkunst in Amsterdam. Uw reporter was erbij.

Al twintig jaar werkt Theo Jansen (1948) aan deze strandbeesten, de orde der Animari. Een stuk of acht ondersoorten passeerde de revue op video, waarna hij liet zien hoe één poot werkt. Animari hebben een heleboel van die poten, het is de basis van deze diersoort. Het bijzondere van die poot is dat de heup, net als bij mensen, altijd op dezelfde hoogte blijft, zoals de as van een wiel. Seeing is believing



12 holy numbers

Eén poot bestaat uit 8 stukken pijp waarbij 12 maten of verhoudingen essentieel zijn voor de werking. Theo Jansen noemt ze de Twaalf Heilige Getallen. Hij heeft ze ook gepubliceerd, met als gevolg dat mensen hun eigen varianten zijn gaan maken. Er zijn ruim 800 filmpjes op YouTube van te vinden. De soort plant zich dus zelfstandig voort, maar of hun schepper daar gelukkig mee is valt te betwijfelen. Die navolging is natuurlijk het beste bewijs van een geniaal idee, geniaal genoeg om zijn bedenker te overleven; hij zegt die onsterfelijkheid ook na te streven. Aan de andere kant werkt hij al twintig jaar lang ijzerenheinig aan zijn idee, de bekendheid kwam niet vanzelf en het heeft hem - zo te zien - geen grote rijkdom gebracht. Dus wanneer anderen dan met je idee aan de haal gaan kan ik me enige wrevel wel voorstellen. Opmerkelijk is wel dat elke navolger Theo Jansen als bron noemt. En sommige filmpjes laten het principe heel mooi zien, zoals dit van Daniel Wyllie.



Survival of the fittest

De bedoeling is dat de Animari uiteindelijk zelfstandig kunnen overleven op het strand. Theo Jansen zorgde voor hun evolutie. In de loop der tijd vond hij spieren uit, een mechaniek van communicerende fietspompen, maar dan van elektriciteitspijp. Mooie uitspraak: “when you have muscles, surviving is so much easier!”.

Hier liet Theo Jansen ook weer iets blijken van die ijzerenheinigheid. Een pomp die lekt pompt niet, iets oppompen wat lekt lukt niet, denk maar aan een fietsband. Dus een pompmechaniek moet lekdicht zijn. Hij koos aanvankelijk siliconenkit als afdichtmiddel. Dat is geen makkelijk materiaal. Het moet drie weken uitharden, het krimpt, het zet uit, het kan loslaten. Twee jaar lang heeft hij ermee geploeterd, twee jaar lang sloeg hij advies in de wind van mensen die er verstand van hadden: gebruik o-ringen. Pas na twee jaar nam hij de suggestie over. Een beetje laat, erkende hij zelf. Die eigengereidheid, dat overtuigd zijn van jezelf en van je eigen gelijk is volgens mij een onmisbare eigenschap voor een kunstenaar.

Een volgende soort Animaris liet vinnen of schoepen bewegen op de wind en met die beweging werd energie in de vorm van samengeperste lucht opgeslagen in petflessen. Een petfles kan tot zo’n 12 bar worden opgepompt, vertelde Theo Jansen. Om een idee te geven: dat is minder dan de pakweg 18 bar van de betere espressomachine, maar veel meer dan de 2 tot 5 voor de gemiddelde autoband. Een serie petflessen vormt de maag van de Animaris. Met iets in zijn maag kan hij toch nog iets doen, ook als het windstil is. Of hij kan zichzelf vastslaan met een pin in de grond als het te hard waait.

De evolutie schreed voort. Na de spieren en de maag kwam een brein. De basis is een klepventiel dat Theo Jansen leugenaar noemt. Zo’n ding heeft drie takken; twee daarvan vormen een pad voor luchtdruk wanneer er op de derde geen druk staat, en omgekeerd is dat pad geblokkeerd met druk op de derde tak – vandaar leugenaar. Het is de basiseenheid voor digitaal rekenen is, ook die van computers. De mooie uitspraken waren niet van de lucht: een aantal leugenaars bij elkaar vormen een brein en ”surviving is so much easier when you have a brain!”



publieksvragen

Het zaaltje van de Academie voor Bouwkunst zat vol met wannabe architecten. Een aantal was door hun docent naar deze lezing gestuurd en dat op zichzelf oogstte al het nodige geschamper, want wat hebben strandbeesten nou met architectuur te maken? Maar gaandeweg de inleidende film sloeg dat om. Er werd verwoed geschetst en aantekeningen gemaakt.

Iemand vroeg: begint u met een idee en werkt u dat dan helemaal uit? Een beetje een naïeve vraag als je bedenkt dat de vragensteller net 20 jaar evolutie van de animari heeft langs zien komen.

Jansen is een ontwikkelaar, een technische kunstenaar. Hij probeert een idee uit, ziet dat er iets niet goed is, lost dat op, stelt iets bij, kijkt naar het resultaat, ziet een nieuw probleem of een nieuwe uitdaging, werkt dan daar weer aan verder, en zo voort. Evolueren is ontwikkelen – letterlijk. Die werkwijze kwam heel duidelijk naar voren. Het antwoord was dus nee.

Iemand vroeg: je hebt spieren en een brein, krijgen ze nu ook emotie? De vraag was bijna een advies, zo van “dat moet u eigenlijk doen, want dat vind ik nog beter”, wat ik nogal aanmatigend vond.

De Animari moeten uiteindelijk zelfstandig kunnen overleven, dat is het streven. Ze lopen terug als ze het water of het mulle zand voelen, maar dat is nog geen angst. Jansen bleef beleefd en antwoordde enigszins ontwijkend dat hijzelf natuurlijk wel emotie voelde bij het zorgen voor zijn scheppingen. Maar toen de vragensteller er aan toevoegde “so they can fall in love?” zei hij met een scheve grijns “no, you’re too romantic”. Verliefdheid heeft pas evolutionair nut in sociale groepen en voor de strandbeesten is dat nog niet aan de orde.



een UFO en een wandschildermachine

Jansen liet ook een vroeg werk zien, een verfmachine die een beeld op de muur maakt zoals een televisie beeld op een scherm zet. Het is een contraptie die horizontaal langs de muur beweegt en verf op die muur spuit, dan ietsje zakt, terugbeweegt en verf op de muur spuit, en zo voort, zoals een inkjetprinter maar dan tegen een hele muur. Tegenover de spuit zit een lichtsensor met een zeer nauw blikveld. De hoeveelheid licht die op de sensor valt bepaalt de hoeveelheid verf die op de muur wordt gespoten.

We zagen een filmpje van dit apparaat in werking. Eerbiedig gemurmel steeg op uit het publiek toen de schildering op de muur werd onthuld: het was een exacte afdruk van wat er in de kamer te zien was.

Een ander vroeg werk waar we een filmpje van zagen was een UFO, een grote heliumballon in de vorm van een vliegende schotel die hij boven Delft had opgelaten. UFO's waren hot in die tijd, ik schat midden jaren 70. We zagen straatinterviews met ooggetuigen, waaronder een zichtbaar verontruste politieman die meldde dat het ding niet gezien was op de radar van vliegveld Ypenburg en dat hij zeker zo groot was "als een kernreactor", waarop het publiek uitbarstte in daverend hoongelach.

Dat filmpje staat ook op de DVD die ik na afloop kocht. Toen ik het later nog eens bekeek hoorde ik dat de arme agent in feite zei "zeker zo groot als de kernreactor van Delft". En dat is maar een heel klein ding, voor wetenschappelijk onderzoek. Op Google maps heeft hij een doorsnee van zo'n 20 meter. Theo Jansens UFO was niet heel veel kleiner. En afmetingen van objecten in de lucht zijn moeilijk te schatten. Waarmee maar weer eens is aangetoond dat een massa, ook al bestaat die uit intellectuelen, gemakkelijk relevante details mist.



Meer weten?

In tegenstelling tot veel andere kinetische kunstenaars in deze serie heeft Theo Jansen wél een hele mooie website: www.strandbeest.com. Die DVD kun je daar ook bestellen. Al het filmmateriaal dat Theo Jansen op zijn lezing liet zien staat er op, en meer.

Je vind daar ook dat een nieuwe ondersoort van de Animari te zien zal zijn op 18, 19 en 20 juni 2010 op het strand van Scheveningen. Het is de Animaris Siamesis. Theo Jansen vertelde dat de voorganger van de Siamesis zijn kop in de wind houdt, zodat hij niet omwaait. Strandbeesten leven van de wind, maar ze gaan er ook aan kapot. Een probleem van die voorganger is dat hij wel beter bestand is tegen storm en harde wind, maar niet tegen plotselinge zij- of valwinden vanuit de duinen. De oplossing van dit probleem is de Animaris Siamesis, een volgende stap in de evolutie, een strandbeest bestaande uit twee strandbeesten haaks op elkaar, die elkaar overeind houden. Mis het niet.


Loket Diversen verzamelt webfilmpjes van Kinetische Kunst. Klik voor de verzameling tot nu toe

dinsdag 16 maart 2010

Kinetische Kunst 6: Denha's knikkermachientjes

Het woord "kunst" valt niet op Denha's blog. Onderstaand filmpje is genomineerd voor de beste YouTube-clip van (of uit?) Japan, maar die prijs zal uiteindelijk wel gegaan zijn naar iets wat de massa aanspreekt. Stemmen gaat niet meer.

Tipje: met Chrome kun je dat blog met één muisklik laten vertalen. Tot kromtaal weliswaar, maar dat is voor een nederige westerling zoals ik nog altijd stukken beter te volgen dan die fraaie Japanse karakters.

"All art is quite useless" zei Oscar Wilde, had ik dat al eens gezegd? Daar had de man gelijk in. U ziet een mechaniekje met één motortje en een paar knikkers. Denha heeft een YouTube-kanaal en onderaan zijn blog zijn nog meer embedded filmpjes.

Ik vind het een lust voor oog en brein. Is het kunst? Dondert niet. Kijk zelf maar!


Loket Diversen verzamelt filmpjes van Kinetische Kunst. Alle vondsten bij elkaar zien? Klik op de tag: Kinetische Kunst

donderdag 11 maart 2010

Boekentest & intellectuele mores

Frits Abrahams, op de achterkant van NRC gisteravond, meldt dat de schrijver/criticus Ford Madox (1873 - 1939) de "pagina 99-test" heeft uitgevonden. Je staat in de boekhandel met een boek in je handen maar je twijfelt? Sla het open op pagina 99 en lees. Als het je aanspreekt moet je het nemen en anders niet.

Abrahams schrijft dat hij nooit zelf op die test gekomen zou zijn, maar dat geloof ik niet. Hij maakt al jaren met ijzeren discipline zes dagen per week een stukje, weliswaar schuwt hij trivia niet en geeft hij zelfs toe dat zijn vrouw voor hem invalt als hij geen zin heeft, maar wie zoveel schrijft moet ook veel lezen en zal dus ook vanzelf de pagina 99-test toepassen om te schiften.

Ik wil ook niet te veel contrasteren met Abrahams' valse bescheidenheid, maar ik had nog nooit van Madox gehoord en toch breng ik die test regelmatig in de praktijk. Nee, niet precies op pagina 99, maar gewoon, ergens middenin.

Het meest spectaculaire geval dat deze test niet doorstond is American Psycho van Brett Easton Ellis. Mijn goede vriend L. had het aangeprezen als "een wreed en boosaardig boek. Maar wel erg goed." American Psycho was een hype, in zijn tijd. Ik stond ermee in mijn handen maar ik twijfelde ernstig en sloeg het dus halverwege open. Een hele vanzelfsprekende handeling, lijkt mij, en daarom ook eigenlijk te veel eer voor Madox.

Ik viel middenin een minutieuze beschrijving van hetgeen een psychopaat zoal met zijn slachtoffer uithaalt, om precies te zijn het moment dat zij al bijna aan haar verminkingen is overleden terwijl de ik-figuur nog even doodgemoedereerd doorgaat met het halen van zijn gerief.

Ik had genoeg aan een alinea of twee. "Dit hoef ik niet te weten", besliste ik, en legde het weer terug.

Er is een school intellectuelen die hoe iets is uitgebeeld belangrijker vindt dan wat er is uitgebeeld. Daar kan ik een eind in meegaan, een schilderij van iets lelijks zou geen mooi schilderij moeten wezen, maar kan wel een góed schilderij zijn. Maar in filmhuizen stijg je in aanzien wanneer je blijk geeft de meest gruwelijk zieke wreedheden (in film zus-of-zo) te waarderen als een wezenlijke bijdrage aan je mensbeeld. NRC besteedde een hele cultuurbijlage aan deskundoloog gehijg over de film Antichrist van Lars von Trier. Dat is mooi, dan weet ik dat ik die film niet hoef te zien.

Op recensies kun je pas afgaan als je de recensent kent. Filmtrailers daarentegen zijn meestal wel representatief: de filmindustrie is plat én slim genoeg om precies die clips in een trailer te doen die het gewenste publiek lokken. Dus kun je een boek beoordelen op grond van een willekeurige pagina middenin? Ja, dat kan. Een slecht boek herken je meteen, en een goed boek verraadt zich ook in een willekeurige halve pagina.

Loket Diversen wenst u veel leesplezier. Ik hoop bovendien dat u daar de boekenweek niet per se voor nodig hebt.
Foto: Craning for a book, door Gaspi gebruikt onder Creative Commons

zaterdag 6 maart 2010

Kinetische Kunst 5: Adelaarsvleugels

Zoals u weet is de adelaar voor de USA wat de leeuw is voor Nederland. Het gezichtsvermogen van dit dier is fenomenaal: prooidieren zo klein als muizen kunnen ze al van grote hoogte spotten, en niet eens op een contrasterende ondergrond. Om dit te faciliteren is de bundel oogzenuwen in de adelaarschedel zó dik dat het ten koste is gegaan van hersenvolume. Dit vernamen wij van een national park ranger. Hij voegde eraan toe: What a symbol for a nation: great vision, but no brains.

De titel voor dit werk van Nick Diemel is ontleend aan die adelaar. Diemel is van Indonesisch/Nederlandse origine en woont in Oregon. Behalve de adelaar is er ook een versie met een zalm. Ik denk dus dat we geen amerikaans-nationalistische motieven moeten zoeken achter die titel "On Eagle's Wings", Diemel laat zich blijkbaar graag inspireren door de natuur.

Ook leuk is dat het werkt op een opwindmechaniek: heel milieuvriendelijk. U investeert een beetje opwinding en u krijgt er zo'n twee uur esthetische beweging aan de muur voor terug. Ik zou eerlijk gezegd wel wat meer willen weten over dat mechaniek. Wie het weet mag het zeggen.

Er is meer Kinetische Kunst te zien aan Loket Diversen. Alle afleveringen bij elkaar zien? Klik op de tag: Kinetische Kunst

zaterdag 27 februari 2010

Kinetische Kunst 4: Mechanical Sculptor

Als het Bewegende Kunst is en ook Leuk, dan mag het in deze rubriek. De Australiër Brett Dickins alias Mechanical Sculptor voldoet ruimschoots aan beide criteria. Dit heet parabool, naar de baan die de pingpongballetjes afleggen.

Voor wie er meer van wil zien heeft Mechanical Sculptor een eigen JijBuiskanaal. Van harte aanbevolen.

Kinetische Kunst is een serie op Loket Diversen. Klik op de tag Kinetische Kunst om alle afleveringen bij elkaar te zien.

zaterdag 20 februari 2010

Danny is ontsnapt weer terug in de kliniek!

Danny Trubert ontsnapte en onze sitemeter stond in het rood. Dat komt door ons artikel over verdachtenbescherming. Hij wordt daarin genoemd. Sindsdien staat Loket Diversen bovenaan als je "Danny Trubert" googelt en dat werd weer veelvuldig gedaan, dit weekend. Overigens is Danny ook weer gearresteerd, ditzelfde weekend.

Het zat zo: de toen 16-jarige Danny werd op 18 oktober 2007 veroordeeld tot een jaar jeugddetentie en TBS, voor een steekpartij die fataal afliep voor de 25-jarige Pascal Triep. TBS is overigens de enige manier is om iemand letterlijk levenslang in detentie te houden. Zo werkt TBS.

Een filmpje van de momenten na de steekpartij, gemaakt met een mobieltje door een buur en gepost op Geenstijl, zorgde voor veel ophef en stemmingmakerij. Komt u voor dat filmpje? Dan moet u hier wezen.

TBS-ers die ontsnappen aan hun begeleider zijn regelmatig in het nieuws. Die begeleiders zijn blijkbaar niet in staat om hun pupil in het oog te houden. Het zijn ook maar mensen.

TBS krijg je voor een gewelds- of zedendelict als de kans op recidive hoog wordt geacht. Zo iemand moet niet terugkeren in de maatschappij voordat de behandeling is voltooid. Dat is de bedoeling van TBS.

De conclusie moet dan zijn dat verlof of verblijf onder begeleiding buiten de kliniek moet worden afgeschaft. TBS-ers moeten opgesloten blijven.

Of niet? Een TBS-er moet ook kunnen oefenen wat het is om weer onder de mensen te komen. Het verlof is dus een wezenlijk onderdeel van de behandeling en mag daarom niet worden afgeschaft. Er is geen simpele oplossing voor dit probleem.
Foto: dev null via Creative Commons

woensdag 17 februari 2010

Kinetische Kunst 3: Ivan Black

Kinetische kunst is niks aan als je het niet ziet bewegen. Toch zijn er niet veel kwalitatief goede clips van te zien op het web, zeker in verhouding tot de enorme hoeveelheid muziek- en andere kunst(en)makers die zich op JijBuis etaleert.

Neem de website van Ivan Black. Neem je voor lief dat het beeld niet daverend is en dat je er even op moet wachten, dan kun je gerust een tijdje aangenaam verpozen op zijn site.

Waarom wordt dit niet met wat meer verve gepresenteerd? Is de kunstenaar bang dat we zijn werk niet meer kopen als er filmpjes in HDTV-kwaliteit van te bezichtigen zijn? Is hij te arm om de investering te doen? Het blijft gissen.

Ivan Black ontwerpt ook dingen die in kleine oplagen worden gemaakt en die gewone mensen kunnen betalen. Zoals dit, verkrijgbaar bij Laikingland:

zaterdag 13 februari 2010

Medelijden met machines - Spirit en Kismet

Medelijden voelen met een machine, een robot, een dood ding, dat is nergens voor nodig, dat weet iedereen. Maar toch doe je het. Lees bijvoorbeeld maar eens dit stripje over die arme eenzame Spirit op Mars. Of bekijk Kismet, alweer tien jaar oud, die een standje krijgt. Merk je ook dat je extra medelijden krijgt als hij zijn oren laat hangen?


Denk aan het hondje Laika. Echt een ongelofelijk gemene rotstreek van die Russen, om zo'n hondje in een raket de ruimte in te schieten en daar gewoon te laten kreperen.

Dan liever een robot, denk je dan.

Mist niemand een robot? Voelt niemand iets voor een robot? De mensen van NASA die jaren van hun leven aan Spirit hebben gewerkt? Ik denk dat ze hem in stilte zullen blijven aanmoedigen.
foto: sad robot, van girlandetc, onder Creative Commons

woensdag 10 februari 2010

Integratie

Amsterdam, winter 2010. Ik loop met mijn vriendin over de besneeuwde straten, als een groep jochies van een jaar of 14 ons tegemoet komt.

Naast ons opent een chauffeur van het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf net de deuren van zijn bus. Een van de jochies (Marokkaantjes, 15 jaar geleden heetten ze nog naffers) smijt een sneeuwbal door de geopende deur naar de chauffeur. Die schrikt zich een hoedje.

Een Surinaamse vrouw van middelbare leeftijd die het tafereeltje heeft gadegeslagen kijkt mij en mijn eveneens sneeuwblanke vriendin aan en zegt hartgrondig: 'Kutmarokkanen!' Dit eenvoudige voorbeeld leert ons dat de integratie almaar voortschrijdt. Marokkaanse Nederlanders gooien sneeuwballen en Surinaamse Nederlanders weten dat je 'kut' ook als prefix kunt inzetten.

dinsdag 2 februari 2010

Kinetische Kunst is leuker

Definitie: kinetische kunst is kunst die beweegt en waar je omheen kunt lopen. Er gebeurt iets in kinetische kunst en dat maakt het leuker. Het is speels.

Kijk maar: de VistaMobiel van Piet Reichwein in Nemo Amsterdam. De clip komt wat langzaam op gang, maar, ongeduldige zapklikkers, vanaf ongeveer 25 seconden is het heerlijke eye candy.



Dit is de eerste aflevering van een serie, binnenkort volgt meer. Er is veel te vinden over dit onderwerp, echter veelal zonder bewegend beeld. Dat hoort niet bij kinetische kunst, vinden wij. Je moet het gaan zien, liefst, maar een filmpje is toch wel het minste.

Wordt vervolgd

zaterdag 16 januari 2010

Consuminderen

Vijfentwintig jaar geleden ging ik op kamers wonen en ik wilde daar een ruim bed in, maar voor een tweepersoons was geen plaats dus het werd een twijfelaar. Zelf gemaakt, een lattenbodem van balkjes en vloerdelen en met een bak van wit meubelplaat op pootjes eromheen, keurig, solide, heeft vijf jaar prima dienst gedaan.

Daarna verhuisde ik naar een appartement. Het bed moest gedemonteerd voor de verhuizing. De lattenbodem kwam op de grond in de slaapkamer, de lange witte planken gingen naar de berging. Tijdelijk.

Weer vijf jaar later verhuisde ik naar een flat met een grote keuken. De lange witte planken konden mooi aan de muur van de provisiekast, maar moesten wel wat ingekort.

Nog eens vijf jaar later - die constante periodetijd is overigens puur toeval - verhuisde ik naar het huis waar we nu nog steeds wonen. De witte planken van de provisiekast moesten opnieuw wat ingekort, maar pasten dan nog wel naast de boiler in de kelderkast aan de muur en dan konden we daar nog wel wat op kwijt.

Die boiler is kortgeleden verwijderd zodat er ruimte kwam voor langere planken. Ik heb inmiddels een aardige collectie hout in de schuur liggen. Daarbij stukken plank van dezelfde diepte, het zelfde spul. Nog van dat bed? Jawel, de zaagsneden pasten nog. En waarom ook niet. Dus de stukken plank zijn weer herenigd, solide genoeg met een dun doch stevig plankje eronder verlijmd en geschroefd, naad en gaten dichtgesmeerd met vulspul.

Het is geen gierigheid. Ik kan niet langs een bouwcontainer lopen zonder daar even een blik in te werpen. Meestal is het rommel en puin, maar af en toe vind je iets. Je herkent dingen, onderdelen, materialen die ooit nog iets kunnen worden. Wat precies, dat weet je nog niet, maar ze houden een belofte in. "Ik zal nog van pas komen. Ja, ik word nog wel eens wat", zeggen ze tegen je. En dan gooi je ze niet weg. Dat zou namelijk niet alleen verkwisting en zonde zijn, maar ook flauw om die belofte niet de kans te geven nagekomen te worden.
foto Discovery ontleend aan funny word of the day. Sometimes, the greatest treasures are found beneath piles of trash. En zo is het.

maandag 11 januari 2010

Zinnen om in te lijsten

Iedere goede schrijver weet dat goede schrijvers goede schrijvers lezen. Allerminst nieuw maar onverslijtbaar ontzagwekkend vind ik Willem Elsschot. Ik moet toegeven dat het overheidsgraffiti was, namelijk een citaat uit Kaas op de zijkant van een intercity, die me op het idee bracht hem weer eens te lezen. Maar na Kaas wilde ik meer Elsschot.

De situatie van onderstaand citaat uit Lijmen/Het Been (1938) is dat de verteller zijn neef, die pastoor is, erbij gehaald heeft om iemand uit het gesticht van Brussel te bevrijden. De portier houdt voor gewone burgers onverbiddelijk de hand aan het bezoekuur, uitsluitend donderdag en zondag tussen twaalf en één uur. Maar niet voor een geestelijke:
Onze toga maakte ruim baan in 't gasthuis en drong, als de dood, met kracht en zachtheid overal door. Al was het bijna zeven in plaats van één, toch wees de portier niet op het bord waarvan een duplicaat buiten bij de poort hing, maar groette eerbiedig en haalde dadelijk een paar mensen uit een wachtzaaltje, stopte die in een soort inham waar een kapstok en bezems stonden en stelde de kamer tot onze beschikking. Dan belde hij een knecht en stuurde die het grote gasthuis in met de opdracht de aalmoezenier te vinden en mee te brengen. Na enige wachten werd discreet geklopt en een afgietsel van mijn neef deed zijn intrede.
Puntig en toch zonder enige haast, geestig, inventief, intelligent, sfeervol. Lees het nog maar eens. En nog maar eens, en nog maar eens. Ik doe dat en ik krijg er geen genoeg van. Ik wens u hetzelfde.

Willem Elsschot, Lijmen / Het Been, ISBN 9078432322.

woensdag 6 januari 2010

Inzicht in zoekgedrag en ander googlesnoep

De uitstekend verzorgde nieuwjaarsbijeenkomst van de Kamer van Koophandel midden-Nederland vanmorgen trok ruim 1000 bezoekers. Uw razende reporter (be)licht één krent uit de pap. Maar dan wel een hele mooie.

De icing on the cake van dit ochtendvullende programma vond ik het halfuurtje verzorgd door Pim van der Feltz, directeur van Google Nederland. Hij gaf een paar opmerkelijke inzichten.

Kopers on-line zoeken totdat ze vinden wat ze zoeken. Dat lijkt triviaal, maar het is een groot verschil met winkelen in de stad of in een dorpswinkel, waar je op een zeker moment genoegen moet nemen met het aanbod. En on-line shoppen is niet alleen beter voor de consument, ook de producent kan er baat bij hebben. Van der Feltz gaf als voorbeeld een tuinder in Limburg die lavendel levert, maar dan wel 110 verschillende soorten. De regio Limburg is te klein voor zo'n diversiteit, maar het marktplein van de Global Village niet. Deze tuinder verkoopt ook aan Spanje - waar de omstandigheden voor het kweken van lavendel toch veel beter zijn dan in Limburg, zou je zeggen.

Maar de klap op de vuurpijl in Van der Feltz' betoog vond ik zijn presentatie van Google Insights for Search, geïllustreerd met dit voorbeeld waarin je ziet hoe vaak en wanneer mensen in Nederland het woord "kluis" intikken in Google. De piek bij oktober 2008 is het moment dat Fortis dreigde om te vallen en werd opgesplitst. Op dat moment wil men zijn geld van de bank halen. Vooral in Zuid-Nederland, ziet u wel?

Insights for Search is gelanceerd in februari 2009, zonder enige bombarie en zelfs ietwat terloops zoals Google dat wel vaker doet. Maar het is een heel krachtig instrument, voor marktonderzoek, voor onderzoek naar massagedrag, noem maar op. En gratis. Want merk op: er wordt elders nog steeds dik geld gevraagd voor dit soort gegevens, door marketingbureaus en aanverwanten. Die markt is hiermee behoorlijk op de tocht gezet. En ook dat flikt Google wel vaker, zie gratis maps voor Droid die TomTom-aandelen doen kelderen, zie de introductie van Nexus vandaag: aaifoon is binnenkort has-been, want Nexus lust iedere simkaart. Google snapt de markt.

Een laatste voorbeeld uit de koker van Van der Feltz: dankzij internet kunnen we ons beter informeren. U gaat naar de fietsenwinkel met een printje van de fiets die u hebben wilt, met daarop ook de prijs die u ervoor wilt betalen. Ik ben daar zelf niet brutaal genoeg voor, ik ga dan wel naar die winkel van dat prijskaartje. Maar neem aan dat het gebeurt. De ene winkelier zal reageren met tandengeknars, de andere opent fietsenwinkel.nl. En die kijkt dan eens goed naar onze vakantiebestedingen als het crisis is: de vraag naar elektrische fietsen.

Nog niet eerder kon je zo makkelijk de vraag naar dingen in kaart brengen. Wie lenig genoeg is om daarop in te spelen heeft een goede toekomst.

Trouwe lezers weten dat Loket Diversen de kwaliteiten van Google niet onder stoelen of banken steekt. Wordt het zo onderhand niet eens tijd voor de keerzijde?

Wordt vervolgd.