Onderweg naar huis stond ik voor een stoplicht, toen er iemand naar mij toekwam. 'Goedemiddag', zei ze. 'Ik ben van de gemeente X. U weet waarschijnlijk dat hier verderop een gevaarlijke oversteekplaats is?' Dat wist ik inderdaad. Een collega was daar bijna verongelukt. 'De gemeente wil het daar veiliger maken. Wij kunnen het risico op een dodelijk ongeluk voor iedereen terugbrengen met één op tienduizend per jaar. Zou u daar iets aan willen bijdragen?' Ik aarzelde. 'Jawel, maar hoeveel verwacht u ongeveer?', vroeg ik. '500 euro. Per persoon per jaar. Misschien wilt u er even over nadenken? Hier is een foldertje.'
Thuisgekomen las ik dat er tienduizend mensen van die weg gebruik maken. Als die allemaal 500 euro zouden bijdragen, dan zou het risico op een dodelijk ongeval voor alle deelnemers afnemen met 1 op 10.000. Dat zou dan per jaar dus 1 mensenleven schelen, statistisch gezien.
Eén mensenleven kost dus 10.000 maal 500 euro, is 5 miljoen euro.
Dit voorval is verzonnen, maar wat u hier ziet voorgerekend heet de Value of a Statistical Life1. Merk op dat die waarde mede afhangt van wat u en ik daarvoor overhebben, van onze Willingness to Pay, in het jargon. Dit zijn maar twee van de vele, vele zaken die aan de orde komen in het boek Transport and Ethics van prof. dr. Bert van Wee, hoogleraar Transportbeleid aan de TU Delft.
De eerste twee hoofdstukken zijn inleidend, we lezen een motivatie en een verslag van een onderzoekje dat Van Wee deed onder zo'n 80 mensen in zijn netwerk. Duurzaamheid en veiligheid scoren hoog. Dat was te verwachten.
De titel van het derde hoofdstuk is het hoofdthema van het boek: wat heb je aan ex ante kosten-batenanalyse bij transportbeleid en -projecten. ('Ex ante' betekent 'van tevoren'; de oorspronkelijke titel is: How suitable is Cost-Benefit Analysis for the ex ante evaluation of transport projects and policies.) Aan de orde is de kwaliteit van de besluitvorming inzake transport en infrastructuur. Als er een weg moet komen, meer algemeen als er moet worden ingegrepen in infrastructuur, dan doen we dat omdat mensen daar baat bij hebben. Maar welke mensen, en welke baat?
Die vraag kun je vanuit diverse invalshoeken benaderen. Van Wee geeft een set van grofweg vijf filosofieën. Bovendien geeft hij een checklist, aan de hand waarvan we kunnen zien of wij alle nodige aspecten van een beleidsbeslissing wel hebben meegewogen. Hiermee gewapend gaat hij een drietal concrete problemen te lijf. De prijs van veiligheid, u zag het hierboven al, is een wespennest dat gonst van de ethische dilemma's. De twee andere onderwerpen wil ik hieronder kort aanstippen.
Sociale uitsluiting
De automobiliteit neemt toe. Steeds minder mensen pakken de bus. In afgelegen gebieden verdwijnen busdiensten. In dorpje A had je vroeger een supermarkt en een huisartsenpost, nu alleen nog een kroegje. Moet je nu de busdienst naar het dorpje B handhaven, zodat de mensen uit A naar de dokter en de supermarkt in B kunnen? De familie X is in A komen wonen om de stad te ontvluchten. Hoe landelijker, hoe liever. Zij hebben 2 auto's voor de deur, die bus gebruiken zij nooit. Moeten zij er dan wel aan meebetalen? De familie Y woont al generaties in dorpje A en heeft geen geld voor een auto. Moeten zij extra geld krijgen zodat ze met alternatief vervoer naar de dokter kunnen? De kans is aanwezig dat ze dat geld aan iets anders besteden. "De kroeg", beweren boze tongen.
Duurzaamheid
Het onderwerp duurzaamheid (hoofdstuk 6) is een complex geheel waar ik hier geen ruimte voor heb, maar een doorslaggevend argument tegen klimaatsceptici wil ik u niet onthouden: je hoort wel zeggen dat onrecht jegens een toekomstige generatie niet mogelijk is. Je kunt immers niet onrechtvaardig zijn tegen iemand die nog niet bestaat. Van Wee maakt korte metten met deze opvatting: stel dat iemand een tijdbom plaatst in een kleuterschool. Die bom zal pas over 6 jaar ontploffen. Is zo iemand nu al strafbaar? De meeste mensen vinden toch van wel. Dat de slachtoffers over zes jaar op dit moment nog niet eens verwekt zijn, doet niet ter zake.
Er komt een hoop ethiek kijken bij transportbeleid, en onafhankelijk en objectief onderzoek blijft nodig. Er wordt veel gebruik gemaakt van modelling en ook daar kleven allerlei ethische dilemma's aan. Deze onderwerpen komen aan de orde in de laatste twee hoofdstukken.
Conclusie
Al met al vind ik het een zeer interessant, maar ook ietwat problematisch boek. Inhoudelijk is Van Wee buitengewoon grondig te werk gegaan - de bibliografie beslaat zo'n 300(!) titels. Alle aspecten van het thema worden uitvoerig besproken. Het lijkt mij verplichte kost voor iedereen die met transportbeleid te maken heeft.
Maar er zijn twee problemen. Het ene probleem geeft Van Wee zelf al aan: hij somt alle problemen op, maar biedt geen oplossingen. Hij benadert de problemen omstandig en omzichtig en schuwt het intrappen van open deuren daarbij niet. Maar in het zicht van de oplossing rent hij terug en doet dezelfde oefening overnieuw, vanuit een andere invalshoek.
Het andere probleem is de taal: het is Engels van een Nederlandse beleidswetenschapper. Waarde-oordelen zijn taboe, synoniemen worden gemeden, de formulering is soms op de rand van Dunglish.
Ook zijn er nogal wat spelfouten blijven zitten. De transportprofessional merkt het misschien niet eens op, maar ik vind het storend, zeker voor een boek van 260 pagina's dat 73 euro moet kosten.
Ik hoop dat Van Wee de gelegenheid krijgt om deze materie uit te breiden met zijn oplossingen, en dat hij dan een strenge doch rechtvaardige redactie kiest. Dan zou het een standaardwerk kunnen worden.
Titel: Transport and Ethics
Uitgever: Edward Elgar, Cheltenham, UK.
Gebonden, 260 pagina’s, EUR 73,-
ISBN: 978 1 84980 964 1
1 De hoogte van het bedrag, vijf miljoen euro, komt niet uit het besproken boek. Wel is het volgens Wikipedia de waarde waar in de praktijk mee wordt gerekend: ongeveer 7 miljoen US$.