zondag 19 februari 2012

Recensie: De Datameesters van Stephen Baker

Zit u weleens privé te internetten in de baas z'n tijd? Maakt u trouw gebruik van uw bonuskaart? Blogt, twittert, faceboekt of hyvet u? Hebt u ook geen idee op welke partij u moet stemmen? Hebt u zich weleens afgevraagd waarom ze die Breivik niet hebben zien aankomen? Maakt u zich zorgen over de zorg voor u, later als u oud en behoeftig bent? Lonkt u weleens naar een datingsite?

Als u een of meer van deze vragen met ja kunt beantwoorden, dan is De Datameesters van Stephen Baker een boek voor u.

Wat u allemaal doet op uw computer en uw mobiel, waar u verblijft en wat u koopt wordt geregistreerd. Die gegevens worden verzameld, verhandeld, verder bijeengebracht en dan vooral langs alle kanten geanalyseerd. Wat daar zoal mee mogelijk is wordt in De Datameesters haarfijn en soepel leesbaar uit de doeken gedaan.

De oorspronkelijke versie, The Numerati, verscheen in 2008. Dat is al een aardig tijdje terug en de ontwikkelingen gaan heel snel. Het is daarom een goede zet van de uitgever dat Baker, in samenwerking met vertaler Joost Mulder, voor de Nederlandse editie een aantal zaken heeft toegevoegd en up-to-date gemaakt. Om een idee te geven: de dood van Osama Bin Laden staat erin (daarover straks meer), Twitter en Facebook worden genoemd maar niet Zuckerbergs jongste streek, face tagging (juni 2011).

Het is buitengewoon interessante materie. U bent in 7 hoedanigheden onderwerp van analyse, namelijk als Werknemer, Klant, Kiezer, Gebruiker van Social Media, Terrorist, Patiënt en als Minna(a)r(es).

U bent Werknemer, stuurt e-mail, deelt agenda's met collega's en surft op het web. Die massa gegevens van u en uw collega's kan en mag uw werkgever analyseren. De datameesters, wiskundigen, computerwetenschappers, leggen patronen bloot in die datamassa. Psychologen en antropologen duiden die patronen. Sociale netwerken binnen het bedrijf worden in kaart gebracht, van groepen werknemers worden modellen gemaakt. Zo'n model is een stel vaardigheden met een aantal contacten, misschien met ups en downs in de productiviteit gedurende de dag en de week. Bij IBM is het praktijk en leidde het ertoe dat standaardwerk werd opgesplitst in standaardtaken, verder opgesplitst en zoveel mogelijk overgeheveld naar lagelonenlanden.

Is dat erg? Het heeft ook goede kanten. Als onze vaardigheden en ons netwerk, oftewel onze waarde voor het bedrijf, objectief in kaart zijn gebracht, kunnen we gemakkelijker jobhoppen naar een baan die goed bij ons past. Blije werknemers zijn veel productiever. Managers die louter commanderen zullen het moeilijk krijgen - tenzij je ze matcht met mensen die niets liever doen dan commando's opvolgen.

Albert ziet u

Voor uw gedrag als Klant geldt iets dergelijks. Albert Heijn weet tot in detail wat u wilt en hoe u reageert op bonusaanbiedingen. Maar wilt ú mail met de boodschap 'Je favoriete chocopasta is deze week in de bonus'? Ik niet. Dat mijn vrouw me naroept 'vergeet de eieren niet' vind ik best, maar als mijn winkelkarretje dat tegen me roept als ik per ongeluk zonder eieren richting zelfscanner ga, dan vlucht ik subiet zonder boodschappen de winkel uit. Dat snapt Albert. Dus hij doet geen enge dingen, zelfs al zijn ze technisch heel goed mogelijk. Althans, hij doet ze ongemerkt. Lees zelf maar.

De algemene teneur van De Datameesters is dat "ze" weliswaar veel meer van u weten dan u misschien denkt, maar dat "ze" tegelijk ook heel goed begrijpen wat de beperkingen van die wetenschap zijn.

Het hoofdstuk over de Kiezer gaat louter over de situatie in de VS, waar pakweg 250 miljoen kiezers keuze hebben uit twee partijen - veel overzichtelijker dan in Nederland. Toch is ook in de VS de zwevende kiezer een felbegeerde maar tamelijk ongrijpbare prooi. (Op trouwe kiezers maakt niemand jacht.) De datameesters proberen zwevende kiezers zo goed mogelijk in te delen in stammen, en vervolgens moeten campagnestrategen uitdenken wat het beste aanslaat bij die stammen. Obama is dat aardig gelukt, maar het tij kan keren om de gekste dingen.

Op de Terrorist krijgen de datameesters ook maar moeilijk vat. Het Amerikaanse National Security Agency (NSA) is één van de drijvende krachten in de War on Terror. (Ter wille van deze overheidstak zijn uw persoonsgegevens daar bekend zodra u een vlucht naar of via de USA boekt - en ook hoe u betaald hebt en of u halal wenst te eten tijdens de vlucht.)

Maar de NSA lijdt aan brain drain: wiskundig toptalent wordt actief weggezogen door de IBM's, de Googles en de Goldman Sachsen. En tot overmaat van ramp durft de Amerikaanse overheid sinds 9/11 geen buitenlanders meer aan te nemen voor zaken van nationale veiligheid. Knappe koppen uit India, China, Japan, Europa gaan naar het bedrijfsleven.

Een andere oorzaak is dat je de betekenis van de patronen in bijvoorbeeld Arabische datamassa's niet kunt begrijpen zonder kennis van de Arabische cultuur. Die computers zijn hooguit een hulpmiddeltje. Je moet weten wat de situatie ter plaatse is en dat is mensenwerk1. Obama begreep dat. Zo heeft hij Bin Laden te pakken gekregen.

Vals-positieve terroristen

Het probleem met die modellen, aldus de datameesters zelf, is dat ze alleen werken voor grote groepen mensen. Stel je risicoprofielen op aan de hand van bekende terroristen en laat je die los op een populatie, dan krijg je gigantisch veel vals positieven. Dat werkt een zucht naar meer gegevens over ons in de hand, maar of die dan beter resultaat opleveren kan niemand beloven. Dus verstandig beleid blijft bitter hard nodig. Niemand wil een bewakingsmaatschappij die er desondanks niet in slaagt ons te beschermen.

Dan hebben marketeers het heel wat makkelijker, met al die mensen die Twitteren en Bloggen over hun bed- en wc-geheimen. Wat de klant wil is snel, gemakkelijk en betrouwbaar in kaart te brengen, dankzij social media. Targeted advertising en search engine optimisation gingen hand in hand en wat gebeurde er? Je kreeg spamblogs, bol van de advertenties en populaire zoektermen, die optimaal voldeden aan je zoekopdracht, maar die je helemaal niet in je zoekresultaat wilde zien. De menselijke gegevens raakten vervuild. Dus de datameesters moeten middelen verzinnen tegen de spam. Het is ook altijd wát.

Wat u invult op datingsites is echter meestal wel betrouwbaar. En omdat wij dat blijkbaar massaal doen, is de matching ook best goed, zoals Baker aantoont in het hoofdstuk over de Minnaar. Al kun je op papier nooit voorspellen of het klikt.

En er zijn ook doorbraken. Als u wilt, kan uw huisarts over niet al te lange tijd een signaal krijgen als u de vroege symptomen van Alzheimer begint te vertonen, nog voordat u zelf ook maar iets in de gaten krijgt. In het hoofdstuk over de Patiënt schetst Baker mogelijkheden, maar ook mankementen.

Baker schrijft uitgesproken vlot en populair en de vertaling komt, zoals het hoort, niet als vertaald over. Baker heeft een heel regiment wetenschappers geïnterviewd en van al die mensen krijgen wij steevast ook haarkleur en stijl van kleden te lezen. Hij is zeer scheutig met sappige voorbeeldsituaties. Dat neigt zo nu en dan naar bladvulling, hij zou soms best wat rapper zijn punt kunnen maken. Maar dat zijn allemaal kleine zaken die moeiteloos wegvallen tegen het enorm hoge gehalte aan prikkelende informatie in dit boek.

Titel: De Datameesters. Hoe onze gegevens in ons voor- en nadeel worden gebruikt.
Auteur: Stephen Baker
Uitgever: Maven Publishing, Amsterdam
Paperback, 319 pagina’s, EUR
ISBN: 9789490574307

1. Mocht u meer willen lezen over dit onderwerp: in See No Evil vertelt voormalig CIA-agent Robert Baer hoe inlichtingenwerk ter plaatse in het Midden-Oosten en rond Tsjetsjenië sinds midden jaren '80 door de Amerikaanse regering steeds verder werd afgeknepen en tenslotte niets meer waard was. (terug)