Spelfouten zijn nooit een halszaak, hooguit slordig, of onnozel. En vergissen is menselijk, daarom zitten er gummetjes op potloden. Toch ontstaan er vetes over spelfouten. Hoe komt dat? Waar doen we moeilijk over?
Volgens mij kan geen enkele goede schrijver zonder goede corrector. Wie geheel solo foutloos spelt is een duivelskunstenaar (v/m). Toen wijlen Gerrit Komrij het Nationaal Dictee had opgesteld, klaagde hij dat foutloos spellen onmogelijk is zonder een stapel naslagwerken en internet. Dus het complex van spellingsregels past al niet onder één schedeldak. Bovendien heb je verschrijvingen, zoals je ook versprekingen hebt. En we maken allemaal edit-fouten, want dankzij tekstverwerker en editor kunnen we eindeloos schaven en sleutelen aan teksten, maar het blijft moeilijk om alle sporen van vorige versies uit te wissen blijft moeilijk4. Dus in één keer foutloos opschrijven en daarna niks meer aan hoeven doen, dat kan niemand.
Je kunt echter mensen hoog op de kast krijgen door ze attent te maken op een fout in hun tekst. Onlangs wees ik via facebook een broodschrijvende vriend op een editfoutje in een tekst van hem, waarop hij explodeerde, mij bespoog met bijtend verbaal gif1 en mij ontvriendde. Hij heeft wel het foutje verbeterd.
Waarom raken ongevraagde correcties zo vaak een open zenuw?
Heel belangrijk is de toon die de muziek maakt. Iemand zonder omhaal wijzen op een fout heeft de lading van een belediging. Mensen kunnen slecht tegen kritiek, zelfs als die welgemeend is. Spreek een klein kind aan op wangedrag en het zal glashard ontkennen of de schuld op een ander proberen te schuiven. Sommige mensen raken die neiging nooit kwijt, sommige bestuurders funderen daar hun carrière op. Dus het zou verstandiger zijn om iedereen gewoon maar in z'n sop gaar te laten koken. Spelfout? Niks zeggen. Maar dat doen we niet. Waarom?
Waarom zou foutloze tekst beter zijn?
Omdat het oog blijft haken aan foutjes. Dat wil ik niet. Mijn verhaal moet uw gedachten in beslag nemen en dat lukt niet als u wordt afgeleid door taalfouten. Daarom. In muziek is een foute noot gewoon fout. Muziek kan u in vervoering brengen - dat hoop ik althans voor u - en foute noten staan die vervoering in de weg. Spelfouten zijn foute noten in tekst.
Lezers zijn er in twee soorten: (1) zij die spelfouten opmerken, en (2) de rest. Ik behoor tot de eerste categorie, en heel veel anderen met mij. Er gaan alarmbelletjes af als we een spel- of editfout zien.
Elke auteur wil gelezen worden. U bent hooggeëerd publiek. Lezers type 2 maakt het niet uit, maar lezers type 1 wel, daarom ben ik die graag ter wille. Bovendien schep ik eer in mooie zinnen. U leest een compositie, verdomme! Die is foutloos gewoon beter.
Nu is niet iedere tekst bedoeld om te vervoeren, er bestaat zoiets als wegwerptekst. Niettemin zie je mensen hun eigen spelfouten op Twitter en Whatsapp herstellen, ook de missers van de autocomplete die niet hun schuld zijn. Die mensen willen geen misverstanden en laten hun gevoel voor kwaliteit spreken.
Dus wat is wegwerptekst? Hoe korter hoe vluchtiger? Dat lijkt misschien zo, maar het is niet zo. Neem Snapchat. Een snap is er enkele seconden, daarna is-ie weg. Kort genoeg om onmiddellijk te vergeten, lang genoeg om een vechtscheiding over te kunnen beginnen. Zoals dat met gesproken woord ook kan. Bovengenoemd gifsalvo heb ik weggesmeten, maar ik kan het desgevraagd nog woordelijk reciteren. Schelden doet wel degelijk zeer. Het geeft krassen in het geheugen die er nooit meer uit gaan.
Wegwerptekst is wat de schrijver ervan vindt, en dat kan iets heel anders zijn dan wat de lezer verstaat. Dus of iets al dan niet als wegwerptekst bedoeld is, is geen goede maatstaf.
Het Genootschap Onze Taal noemt het verzorgde tekst en dat is een beter criterium. Ook verzorgde tekst kan foutjes bevatten, maar als ik die zie én als ik ze kan corrigeren, dan doe ik dat. Ik ben ook altijd blij als mijn correctrice haar werk gedaan heeft. Ze vindt altijd wel iets, haar toon stoort mij nooit, ze is een uitmuntend lezer, en ze wijst me bovendien op onduidelijkheden die ik zelf voor oogverblindend helder aanzag. Het zal uitmaken dat ik haar zelf vraag om te corrigeren.
Onder professoren (deel 1)
In mei 2016 liet fonoloog en hoogleraar Marc van Oostendorp zich lelijk kennen toen iemand zich vrolijk maakte over een joekel van een verschrijving in Van O's tekst. Nu zal ik niet ontkennen dat scherpslijperij over spelfouten kan irriteren, maar Van O gaat meerdere stappen verder. Daarom noem ik hem hier. We zijn ruim anderhalf jaar verder en hij blijft er rancuneus over doen. Op mij komt het over alsof het een stokpaardje van hem is geworden.
Webtekst is niet gedrukt, het is gemakkelijk te verbeteren. Van O laat dat na, stellende:
Het [is] simpelweg een misverstand om te denken dat er één manier van spellen is waar iedereen zich aan moet houden en dat afwijkende spellingen 'gecorrigeerd' moeten worden.
We merken hierbij op dat Van O hoogleraar Academische Communicatie is en er danig (en vrijwel foutloos) op los publiceert. Tegelijk roept hij deze mening. Wie het snapt mag het zeggen.
Ik vind correct gespeld veel lekkerder lezen, daarom probeer ik me aan spellingsregels te houden. Ja, weliswaar is de geschiedenis van de Nederlandse spelling woelig. Om de pakweg 20 jaar rukt een nieuwe autoriteit aan die de vorige meent te moeten verbeteren, met zwalkend beleid tot gevolg. Om horendol van te worden. En ja,
as ik ut lùik vin om hiâhzau innet aksent vamme geliefde geboâhtedorrep2 te sgrève, dan doet ik dat gewaun.
En ja, spellingsregels die echt verkeerd uitpakken moet je aan je laars lappen, zoals bijvoorbeeld W.F. Hermans deed: Homme's hoest is "fout" maar ondubbelzinnig, Hommes hoest is "correct" maar voor tweeërlei uitleg vatbaar ('de hoest van Homme' en 'Hommes moet hoesten') en dat dient elke auteur te vermijden. En ja, er zijn spellingsregels die onzinnig zijn, zoals de tussen-n in pannenkoeken3. Of onverdedigbaar, zoals coëfficiënt maar zo-even en reïncarnatie maar re-integratie.
Maar dat betekent allemaal nog niet dat fout goed is als de intentie maar duidelijk was, noch dat we allemaal maar wat aan mogen klooien met die spelling.
Met wiskunde je tekst corrigeren
Genoemde vriend meldde in zijn straal verbale pepperspray ook nog dat zijn tekst door twee mensen was nagekeken. Die hadden dus allebei dat editfoutje over het hoofd gezien. "Kan gebeuren in een tekstfabriek", zei hij. Loket Diversen heeft al eens aangehaald dat je met twee onafhankelijke correctoren simpel kunt uitrekenen hoeveel fouten er (vermoedelijk) in totaal in je tekst zaten. Vriend & correctoren hebben dus een kans gemist, maar kregen vermoedelijk ook de tijd niet om die te grijpen.
De vloek die deadline heet
In veel tekstfabrieken heerst chronisch tijdgebrek. Deze verzachtende omstandigheid placht ik meedogenloos van tafel te vegen. Word geen bakker als je 's ochtends niet uit je nest kunt komen, word evenzo geen journalist als je onder druk niet uit je woorden kunt komen. Vond ik altijd. Maar wat meer consideratie kan geen kwaad. Bij nader inzien.
NRC Handelsblad gonst regelmatig van de spelfouten, maar – opmerkelijk – het gaat met ups en downs, en er zijn ook veel NRC-auteurs die vrijwel foutloos schrijven. Bewonderenswaardig, want een dagblad is haastwerk. Je hebt mensen die beweren dat ze alleen onder druk kunnen presteren, maar daar is iets mee of die kletsen maar wat. Een beetje stress bevordert de prestaties, maar te veel stress - en dat wordt het al gauw - is secundaire doodsoorzaak nummer één in landen als de onze.
Zelf ben ik totaal ongeschikt voor dagbladjournalistiek. Ik weiger opdrachten met onmogelijke deadlines, niet alleen omdat ik dat stomme gejakker haat, maar vooral omdat haastwerk mijn plezier in taal en werk verpest. Nietzsche noemde zichzelf een Sentenzenschleifer. Zelf mag ik ook graag veel en lang aan zinnen slijpen. Als het even kan moet het de eeuwigheid doorstaan, maar het moet altijd zowel hout snijden als aangenaam lezen. En dat kost nu eenmaal tijd.
Broodschrijven
Freelance broodschrijvers vangen stukloon per uur of per woord, de opzegtermijn is een seconde, reputatie bepaalt opdrachten, opdrachten bepalen inkomen. Ik doe er mijn best op. Ook daarom streef ik naar foutloos. En dan heb ik nog redelijk makkelijke klanten. Die vriend schreef voor Grote Onderneming, totdat hij een afkorting verschreef. JVP moest zijn JVB, zoiets. Dat is een kutfout, want je leest er makkelijk overheen, zeker als die tekst over 2 minuten de deur uit moet. Hij werd niet meer gevraagd door Grote Onderneming. Een verschrijving die inkomen en reputatie kost.
Onder professoren (deel 2)
Hoogleraren zijn loonslaven, die hebben dat probleem niet. Ze staan echter wel bloot aan de verworvenheden van internet. Ook hoogleraar wetenschapscommunicatie Ionica Smeets heeft een broertje dood aan taalscherpslijperij. Ik noem dit, omdat ik onlangs Vallende Kwartjes las, een bloemlezing van briljante verklaringen voor van alles en nog wat, samengesteld door Smeets en Bas Haring. Kostelijk boekje, van harte aanbevolen. Steeds dezelfde vorm wordt erin herhaald: eerst een korte inleiding door Ionica of Bas, dan een fragment, meestal vertaald, overgenomen van iemand anders.
U voelt hem al aankomen natuurlijk: in de stukjes van Haring & Smeets bleef ik een aantal keer haken aan spel- of editfouten, in de fragmenten niet. Ik las de tweede druk. Dat intrigeert. Waarom is de eerste druk niet benut om de tweede te verbeteren? Ik kan er alleen maar naar gissen. Zelf zou ik het helemaal geen straf vinden om het nogmaals te lezen, aan te tekenen waar mijn taaloog aan blijft haken, en dat door te spelen aan de juiste mensen. Misschien is dat bij de derde druk alsnog gebeurd, dat weet ik niet. Ik hoop het maar, want zo'n leuk boek verdient het om foutloos te zijn.
Het hoeft heus niet in één keer foutloos, maar waarom zou je het niet foutloos maken als je de kans krijgt? Alle mogelijke antwoorden die ik daarop kan verzinnen zijn negatief. Geen tijd, geen zin, desinteresse, onverschilligheid, arrogantie, irritatie, niet van kritiek willen weten. Dan valt alles verkeerd behalve ophemelen. Maar wat als je de kans niet krijgt? Dat is brute pech. Een goede verstandhouding met je uitgever is belangrijk en mag best veel tijd kosten, maar de ervaring leert dat het slechte in de mens ook in de uitgever kan zitten.
Mensen helpen is een belangrijke pijler onder mijn loopbaan. Veel mensen zijn me juist om de ongevraagde adviezen dankbaar. Die hebben me wel eerst zelf (meestal voor iets anders) om hulp gevraagd. Dan is de rolverdeling van meet af aan duidelijk. Is dat niet zo, dan kijk ik eerst even de kat uit de boom. Lijkt de kust veilig, misschien dat ik dan mijn fluwelen handschoenen aantrek en op de fout wijs. Verdient een zelfingenomen ijdeltuit die eer? Misschien ook niet. Maar de fout negeren als het spellingsalarm eenmaal geklonken heeft, dat zal ik niet meer leren.
Noten
- Dit heet een hyperbool.
- De Haag heb naujt gein stadsregte gekreige, namulluk.
- Bron: Wim T. Schippers' Vertoning. Het Engels heeft pancake, het Duits Pfankuch. Engels en Duits worden vóór in de mond uitgesproken, Nederlands meer achterin de keel. Daardoor komt er bij de overgang van de korte a naar de oe vanzelf een stomme e tussen de n en de k. Probeer maar! Hardop: Duits vóór in de mond Pfankuch! En nu Nederlands achterin de strot pankoek. Dus niet pangkoek maar pankoek. En achterin de keel. Pankoek. Komt vanzelf een stomme e bij, hoort u wel? Daarom moet het pannekoek zijn. Die tussen-n is volgens mij een vorm van hypercorrectie.
- Dit is een voorbeeld van een editfout.
Credits
Foto: Museum in Westcapelle door Marcel van den Berg, licentie CC-BY-SA